Europese kampioenschappen kunstschaatsen 1959De Europese Kampioenschappen kunstschaatsen zijn wedstrijden die samen een jaarlijks terugkerend evenement vormen, georganiseerd door de Internationale Schaatsunie (ISU). De kampioenschappen van 1959 vonden plaats in Davos. Het was de tiende keer dat een EK evenement in Davos plaatsvond. Eerder werden de kampioenschappen van 1899, 1904, 1906, 1922, 1924, 1926, 1929, 1939 (voor de mannen) en 1947 er gehouden. Het was voor de veertiende keer dat een EK kampioenschap in Zwitserland plaatsvond, eerder werden de toernooien in Sankt Moritz (1931, vrouwen en paren, 1935 en 1938, mannen en vrouwen) en in Zürich (1951) gehouden. Voor de mannen was het de 51e editie, voor de vrouwen en paren de 23e editie en voor de ijsdansers de zesde editie. HistorieDe Duitse en Oostenrijkse schaatsbond, verenigd in de "Deutscher und Österreichischer Eislaufverband", organiseerden zowel het eerste EK Schaatsen voor mannen als het eerste EK Kunstschaatsen voor mannen in 1891 in Hamburg, in toen nog het Duitse Keizerrijk, nog voor het ISU in 1892 werd opgericht. De internationale schaatsbond nam in 1892 de organisatie van het EK kunstschaatsen over. In 1895 werd besloten voortaan het WK kunstschaatsen te organiseren en kwam het EK te vervallen. In 1898, na twee jaar onderbreking, vond toch weer een herstart plaats van het EK kunstschaatsen. De vrouwen en paren zouden vanaf 1930 jaarlijks om de Europese titel strijden. De ijsdansers streden vanaf 1954 om de Europese titel in het kunstschaatsen. DeelnameEr namen deelnemers uit dertien landen deel aan deze kampioenschappen. Zij vulden een recordaantal van 72 startplaatsen (twee meer dan in 1958) in de vier disciplines in. Voor Nederland namen Joan Haanappel (voor de vijfde keer), Sjoukje Dijkstra (voor de vierde keer) en Jeannine Ferir (voor de tweede keer) deel in het vrouwentoernooi. Wouter Toledo nam voor de tweede keer deel in het mannentoernooi. Catharina Odink / Jacobus Odink kwamen voor de vijfde keer uit bij het ijsdansen. (Tussen haakjes het totaal aantal startplaatsen over de disciplines.)
MedailleverdelingBij de mannen prolongeerde Karol Divín de Europese titel, het was zijn zesde medaille, van 1954-1956 eindigde hij op de derde plaats en in 1957 werd hij tweede. Alain Giletti werd tweede, het was zijn zevende medaille, van 1955-1957 werd hij Europees kampioen, in 1953, 1954 en 1958 tweede. Norbert Felsinger op de derde plaats veroverde zijn eerste medaille. Bij de vrouwen werd Hanna Walter de twaalfde Europees kampioene, het was haar derde medaille, in 1957 werd ze derde en in 1958 tweede. Sjoukje Dijkstra op de tweede plaats veroverde haar eerste EK medaille en Joan Haanappel op plaats drie veroverde haar tweede, in 1958 werd ze ook derde. Bij de paren veroverden Marika Kilius / Hans-Jürgen Bäumler als veertiende paar de Europese titel, het was hun eerste medaille gezamenlijk. Voor Kilius was het haar vierde medaille, van 1955-1957 werd ze met Franz Ningel derde. Nina Zjoek-Bakoesjeva / Stanislav Zjoek veroverden na 1958 opnieuw de tweede plaats. Het duo op plaats drie, Joyce Coates / Anthony Holles, eindigden ook in 1958 op de derde plaats. Bij het ijsdansen stond tweevoudig Europees kampioen Courtney Jones voor de derde opeenvolgende keer op plaats één, in 1957 en 1958 stond hij hier met June Markham en dit jaar met Doreen Denny. Op plaats twee veroverden Catherine Morris / Michael Robinson hun derde medaille, ook in 1958 werden ze tweede en in 1957 derde. Voor het eerst stond er een niet-Brits paar op het erepodium bij het ijsdansen. Het Franse paar Christiane Guhel / Jean Paul Guhel eindigden op de derde plaats.
Uitslagen
Bronnen, noten en/of referenties
|