Europese kampioenschappen kunstschaatsen 1934De Europese Kampioenschappen kunstschaatsen 1934 was de 33e editie voor de mannen en de vijfde editie voor de vrouwen en paren van het jaarlijks evenement dat georganiseerd wordt door de Internationale Schaatsunie (ISU). Het mannentoernooi werd gehouden in Seefeld (Tirol). Het was de zevende keer dat het kampioenschap voor de mannen in Oostenrijk plaatsvond, eerder werden de kampioenschappen van 1892, 1894, 1901, 1914, 1927 en 1931 in de hoofdstad Wenen gehouden. Ook het eerste kampioenschap voor de vrouwen en paren vond in 1930 in Wenen plaats. Het vijfde toernooi voor de vrouwen en paren vonden beide in Praag plaats. Het was de tweede keer dat een EK kampioenschap in Tsjechoslowakije plaatsvond, eerder werd het kampioenschap voor de mannen van 1928 in Troppau gehouden. HistorieDe Duitse en Oostenrijkse schaatsbond, verenigd in de "Deutscher und Österreichischer Eislaufverband", organiseerden zowel het eerste EK Schaatsen voor mannen als het eerste EK Kunstschaatsen voor mannen in 1891 in Hamburg, in toen nog het Duitse Keizerrijk, nog voor het ISU in 1892 werd opgericht. De internationale schaatsbond nam in 1892 de organisatie van het EK kunstschaatsen over. In 1895 werd besloten voortaan het WK kunstschaatsen te organiseren en kwam het EK te vervallen. In 1898, na twee jaar onderbreking, vond toch weer een herstart plaats van het EK kunstschaatsen. De vrouwen en paren zouden vanaf 1930 jaarlijks om de Europese titel strijden. De ijsdansers streden vanaf 1954 om de Europese titel in het kunstschaatsen. DeelnameEr namen deelnemers uit een recordaantal van dertien landen deel aan deze kampioenschappen. Zij vulden eveneens een recordaantal van 33 startplaatsen in de drie disciplines in. Vier landen, Letland, Polen, Roemenië en de Verenigde Staten (deelname aan het EK kunstschaatsen was toen nog toegestaan voor deelnemers uit alle bij de ISU aangesloten landen), werden voor het eerst vertegenwoordigd. Voor België kwam Yvonne de Ligne-Geurts voor de vijfde keer uit in het vrouwentoernooi. (Tussen haakjes het totaal aantal startplaatsen over de disciplines.)
Medaille verdelingBij de mannen veroverde Karl Schäfer zijn zesde Europese titel op rij. Het was zijn achtste medaille, in 1927 werd hij derde en 1928 werd hij tweede. De mannen op de plaatsen twee en drie, de Hongaren Dénes Pataky en Elemér Terták, waren beide debutant op het EK. Bij de vrouwen veroverde Sonja Henie haar vierde Europese titel op rij. In 1933 werd Liselotte Landbeck de eerste (onofficiële) wereldkampioene schaatsen, dit jaar veroverde zij haar eerste EK medaille in het kunstrijden, zij werd tweede. EK debutante Maribel Vinson werd derde, op de WK's van 1928 (tweede) en 1930 (derde) en de OS van 1932 (derde) behaalde ze eerder al medailles. Bij het paarrijden werden Emilia Rotter / László Szollás het vierde paar dat de Europese titel veroverden. Het was hun derde medaille, in 1930 en 1931 werden ze tweede. Idi Papez / Karl Zwack op plaats twee, veroverden hun derde medaille, in 1932 werden ze derde en Europees kampioen in 1933. Het Poolse debutanten paar Zofja Bilorowna / Tadeusz Kowalski eindigden op de derde plaats.
Uitslagen
Bronnen, noten en/of referenties
|