Johan volgde in 1334 zijn vader op en liet sinds 1337 zijn broer Emico II aan de regering deelnemen. Johan zette allereerst de verwervingspolitiek van zijn vader voort. Vanaf ongeveer 1348 werd Johans regering echter vooral door verkopen, verpandingen en beleningen van zijn bezittingen bepaald, die hij uit geldnood ondernam. Oorzaak van zijn financiële moeilijkheden waren de talrijke vetes waaraan hij deelnam en die meestal alleen maar geld kostten. Ook zijn partijkeuze voor de latere keizerKarel IV tegen keizer Lodewijk IV ‘de Beier’ en daarna tegen Günther XXI van Schwarzburg was uiteindelijk in financieel opzicht niet lucratief.
Johan overleed tussen tussen 12 november 1364 (de datum van zijn testament) en 20 januari 1365 (de datum waarop zijn testament bekrachtigd werd door zijn zoon).[7] Hij werd opgevolgd door zijn zoon Hendrik. Hendrik liet, in ieder geval formeel, zijn jongere broer Emico III aan de regering deelnemen. Hendrik overleed vóór 1369, formeel werd hij opgevolgd door Emico III. Deze was echter zwakzinnig en ongeschikt voor de regering en werd door zijn familie opgesloten in Klooster Arnstein, terwijl zij met landgraafHendrik II van Hessen om zijn erfenis streden. Rupert van Nassau-Sonnenberg, gehuwd met Emico's zuster Anna, werd zijn voogd en nam de regering in Nassau-Hadamar over. Tegelijkertijd maakte echter ook Emico's achterneef Johan I van Nassau-Siegen, de senior van de Ottoonse Linie, erfaanspraken op Nassau-Hadamar. Uiterlijk in 1371 kwam het tot een openlijke breuk tussen Rupert en Johan. Tijdens de daaropvolgende veertien jaar bestreden beiden elkaar in jarenlange vetes, die slechts tweemaal (in 1374 en 1382) na door derden bemiddelde kortdurende overeenkomsten onderbroken werden. Een op 22 juni 1385 door bemiddeling van de Rijnlandse stedenbond tot stand gekomen overeenkomst, die de overeenkomsten van 1374 en 1382 in alle wezenlijke zaken bekrachtigde, hield een tijdlang stand. In die overeenkomst wordt Elisabeth als overleden vermeld.
Kinderen
Uit het huwelijk van Elisabeth en Johan werden de volgende kinderen geboren:[1][3][4][5][6]
Johan († 23 februari 1362), bezegelde met zijn vader op 10 mei 1361 de beschrijving van het weduwengoed van zijn moeder, zodat hij op die datum zonder twijfel meerderjarig was, overleed ongehuwd.
(de) Arnoldi, Johannes von (1799). Geschichte der Oranien-Nassauischen Länder und ihrer Regenten. Band 3. Neue Gelehrtenbuchhandlung, Hadamar, pp. 99-106.
(de) Rudersdorf, Walter (1967). Im Schatten der Burg Ellar. Gemeinde Ellar/Westerwald, Waldemar Kramer, Frankfurt am Main.
(de) Schwennicke, Detlev (1978). Europäische Stammtafeln. Stammtafeln zur Geschichte europäischen Staaten. Neue Folge. Band I. J.A. Stargardt, Marburg.
(de) Stahl, Karl Josef (1974). Hadamar Stadt und Schloss. Eine Heimatgeschichte. Magistrat der Stadt Hadamar, Hadamar.
Venne, J.M. van de, Stols, Alexander A.M. (1937). Geslachts-Register van het Vorstenhuis Nassau. A.A.M. Stols Uitgevers-Maatschappij, Maastricht.
Vorsterman van Oyen, A.A. (1882). Het Vorstenhuis Oranje-Nassau. Van de vroegste tijden tot heden. A.W. Sijthoff en J.L. Beijers, Leiden en Utrecht.
(de) Wagner, Jakob (1863). Die Regentenfamilie von Nassau-Hadamar. Geschichte des Fürstenthums Hadamar. Erster Band, Zweite Auflage. Verlag der Mechitharisten-Congregations-Buchhandlung, Wien, pp. 45-50.