Douglas Stuart MooreDouglas Stuart Moore (Cutchogue (New York), 10 augustus 1893 – Greenport (New York), 25 juli 1969) was een Amerikaans componist, muziekpedagoog en dirigent. LevensloopMoore studeerde muziek bij Horatio Parker en David Stanley Smith aan de Yale-universiteit in New Haven waar hij in 1915 zijn Bachelor of Arts en in 1917 zijn Bachelor of Music behaalde. Van 1917 tot 1918 was hij muzikant in het militaire muziekkorps van de United States Navy. Na de Eerste Wereldoorlog studeerde hij van 1919 tot 1921 hij bij Nadia Boulanger, Vincent d'Indy in Parijs. In 1921 werd hij directeur van de muziekafdeling van het Cleveland Museum of Art en kan in deze periode tegelijkertijd bij Ernest Bloch aan het Cleveland Institute of Music in Cleveland studeren. Hij acteert eveneens in het Cleveland Playhouse. Zijn debuut als dirigent en als componist viert hij tijdens een concert in 1923 met zijn Four Museum Pieces, welke met het Cleveland Orchestra onder zijn leiding in première gaan. In 1924 werd hij ere-doctor van het Cleveland Institute of Music. Vanaf 1926 werd hij docent voor muziek aan de Columbia-universiteit in New York, waar hij verblijft tot zijn pensionering. Als muziekpedagoog is hij zeer effectief en hij was ook populair bij de studenten, alhoewel hij studies van eigentijdse muziek in zijn opleiding implementeerde. Zo nodigde hij Béla Bartók uit, voor zijn klas een klein seminaar te houden en te refereren. Van 1940 tot zijn pensionering in 1962 was hij directeur van de muziekafdeling aan de Columbia-universiteit. In 1963 werd hij tot "Life-Honory-Doctor" (LHD) van de Columbia-universiteit benoemd. Samen met Otto Luening en Oliver Daniel richtte hij in 1954 het bedrijf voor het platenlabel Composers Recordings, Inc. (CRI) op. Naast klassieke werken componeerde hij ook diverse populaire liederen en werkte met tekstdichters als Archibald MacLeish en John Jacob Niles samen. Deze liederen werden later in 1921 gepubliceerd in de verzameling met de titel Songs my Mother never taught Me. Aan verschillende universiteiten en conservatoria werd hij tot ere-doctor benoemd zoals in 1946 aan het Cincinnati College-Conservatory of Music (CCM) - in Cincinnati, in 1947 aan de Universiteit van Rochester in Rochester en in 1955 aan de Yale-universiteit in New Haven (Connecticut). Hij ontving studiebeurzen van de Pulitzer Foundation for the Arts in 1925, van de Solomon R. Guggenheim Foundation in 1934. In 1951 won hij de Pulitzerprijs voor muziek met zijn opera Giants in the Earth en won ook nog andere prijzen zoals de New York Music Critics' Circle awards in 1946 en 1955, de Huntington Hartford Foundation award in 1960. Moore was vanaf 1946 lid van het National Institut of Arts and Letters, de voorganger-institutie van de huidige American Academy of Arts and Letters; in de periode van 1959 tot 1962 was hij voorzitter van deze institutie. Moore schreef ook verschillende boeken over muziek; hij is auteur van Listening to Music (1932) en From Madrigal to modern Music (1942). Douglas Stuart Moore stierf in 1969 op 75-jarige leeftijd in het Eastern Long Island Hospital in Greenport op Long Island.[1] CompositiesWerken voor orkest
Werken voor harmonieorkest
MuziektheaterOpera's
Balletten
Toneelmuziek
Vocale muziekWerken voor koor
Liederen
KamermuziekFilmmuziekBibliografie
Externe links
Bronnen, noten en/of referenties
|
Portal di Ensiklopedia Dunia