BMW E3In 1968 introduceerde BMW de 2500 en 2800 (E3). ModelNadat BMW enkele jaren geen auto in het topsegment had geproduceerd sinds het merk gestopt was met de productie van de grote en luxe achtcilinder limousines als de 502 en de 503, kwam men terug met een luxe sedan met zescilinder motor. Aanvankelijk was de luxe 2,8 liter met 170 pk het topmodel: Met dit model werd hoog ingezet om met Mercedes-Benz te kunnen concurreren en was daarom voorzien van niveauregeling. De onbetrouwbaarheid van dit systeem noopte BMW echter de 2800 snel te vereenvoudigen. Wel meteen succesvol was de eenvoudigere 2500, uitgerust met de 2,5 liter zescilinder van 150 pk, waarmee de auto een topsnelheid haalde van 190 km/h. Van dit model zouden er 95.000 verkocht worden. De E3 werd in 1977 opgevolgd door de eerste BMW 7-serie, de E23. MotorenDe komst van de nieuwe zescilindermotor was een mijlpaal in de geschiedenis van BMW en werd, in verschillende stadia van evolutie, tussen 1968 en 1994 in vele modellen toegepast waarvan het laatste de BMW 7-serie E32 was. Zelfs de M5 motoren (S38) met 24 kleppen zijn in de basis afgeleid van dit motorblok. Met de komst van de kleinere M20 zescilinder in 1976 werd de M30 in de volksmond voortaan “grote zescilinder” genoemd. In 1971 en later werd de E3 ook geleverd met 3 en 3,3 litermotoren, naar keuze met injectie (tot 1975 D-Jetronic, later L-Jetronic) of twee registercarburators.
* De topsnelheid en de acceleratietijden van de wagens met automatische versnellingsbak staan tussen haakjes.
* De types 3.3 L en 3.3 Li waren standaard voorzien van een automatische versnellingsbak, een manuele 4-bak was enkel als optie verkrijgbaar.
Uitvoeringen
Externe link
Wegauto's tijdlijn, 1952 tot nuZie de categorie BMW New Six van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|