6 september - Koning Rudolf III ("de Vrome") overlijdt kinderloos en zonder erfgenamen. Hij laat zijn bezittingen na aan keizer Koenraad II ("de Saliër") en stuurt hem de Heilige Lans (de speer waarmee Jezus in zijn zijde is doorstoken). Na Rudolfs dood ontstaat er een erfconflict over Bourgondië tussen Koenraad en graaf Odo II (of Eudes). Odo is een volle neef van Rudolph en wordt gesteund door koning Hendrik I en de Franse adel.[1]
Odo II (of Eudes) valt Bourgondië binnen en neemt (met steun van Savooise troepen onder bevel van Humbert I) het grootste deel van het koninkrijk voor zichzelf in beslag. Het conflict breidt zich verder uit en er worden plundertochten uitgevoerd in Champagne en Lotharingen. In Arles en Marseille worden oorkonden in naam van Odo als wettige heerser opgesteld. Hendrik I verklaart Bourgondië als onafhankelijke staat van Frankrijk.[2]
Winter - Koenraad II ("de Saliër") valt met een Duits leger Champagne binnen en verwoest het land. Odo II (of Eudes) wordt gedwongen een vredesverdrag te accepteren en moet zweren Bourgondië te verlaten.[3]