De bloemen zijn alleenstaand of gegroepeerd in een scala van bloeiwijzen. De tweeslachtigebloemen zijn regelmatig en bestaan uit een dubbel bloemdek. Er zijn meestal vijf ongelijke kelkbladen (drie binnenste en twee kleinere buitenste kelkblaadjes) en vijf meestal wit, geel, oranje of roze gekleurde kroonbladen. De bloem draagt vele meeldraden en een bovenstandig, drie- of vijfbladig vruchtbeginsel met één stijl voorzien van een grote stempel.
De vrucht is een driekleppige, veelzadige doosvrucht.