Franciscus schreef dit gebed aan het einde van zijn leven vermoedelijk in de lente van het jaar 1225, toen hij zwaar ziek lag in San Damiano en de pijnlijke tekenen van stigmata vertoonde. Het Zonnelied bezingt de schepping in termen van broeder en zuster. Opmerkelijk is dat hij in het loflied niet alleen de mooie aspecten van de schepping weergeeft, maar ook ziekte en zelfs dood een plaats in het leven van de christen weet te geven.
De Tsjechische componist Petr Eben maakte van er een koormotet van (1987) voor vier gemengde stemmen a capella.
De Russische componiste Sofia Goebaidoelina maakte er een muziekstuk van, dat zij opdroeg aan de cellist Mstislav Rostropovich voor zijn zeventigste verjaardag (1997). Dit werk is opgenomen en uitgebracht op: The Canticle of the Sun (1997) and Music for Flute, Strings, and Percussion (1994). De eerste uitgevoerd door de cellist en dirigent Mstislav Rostropovich en de London Voices gedirigeerd door Ryusuke Numajiri, de tweede door de fluitist Emmanuel Pahud en het London Symphony Orchestra onder leiding van Rostropovich. Gubaidulina was bij beide opnamen aanwezig.
Een versie die tegenwoordig vaak gezongen wordt, stamt van Richard van Grinsven ofmcap: Geprezen, o Heer, en geloofd en gedankt, om de schepselen die u dienen.
Met toestemming van rechthebbenden is een weergave opgenomen onder nummer 788, in het Oud-Katholiek Gezangboek (1990; herzien 2007) en dat is overgenomen van de Nikola-kommuniteit, in een bewerking van Edwin van Kol (1935-1996).
In 2000 zette ook Angelo Branduardi het lied op muziek. Hij zong het lied vanzelfsprekend in het Italiaans, maar ook in het Nederlands.