Ziguinchor (stad)
Ziguinchor is de hoofdstad van de Senegalese regio Ziguinchor, in het gebiedsdeel Casamance. De stad ligt aan de rivier de Casamance en het is de grootste stad in het zuiden (153.269 inwoners in 2002[1]). In de stad is een grote pindaolie-fabriek. GeschiedenisIn 1457 deed de Venetiaan Alvise Cadamosto de monding van de Casamance aan in dienst van de Portugese prins Hendrik de Zeevaarder.[2] Ziguinchor werd in 1645 door de Portugezen gesticht. Naar verluidt komt de naam Ziguinchor van het Portugese "Cheguei e choram", wat ongeveer "Ik arriveerde en zij huilden" betekent. De verklaring van deze naam is dat toen de Portugese ontdekkingsreizigers en handelaars arriveerden, de lokale bevolking dacht dat ze slaven zouden worden, waarop men begon te huilen. De Portugezen stichtten een handelspost en sloten een vriendschapsverdrag met de lokale heerser. In 1886 werd Ziguinchor Frans. GeografieDe stad ligt aan de Casamance. In het westen en noorden wordt de stad door mangrovemoerassen omsloten. Deze maken deel uit van de Guineese mangroven. Ten oosten van de stad ligt het Nationaal park Basse-Casamance. KlimaatZiguinchor heeft een tropisch klimaat met een droog seizoen tussen november en mei. Jaarlijks valt er gemiddeld 1415 mm neerslag. De heetste maand is juni met een gemiddelde temperatuur van 29,9 ° C.[3] Verkeer en vervoerZiguinchor heeft een vracht- en veerboothaven. De in 2002 gezonken Senegalese veerboot Joola was vanuit Ziguinchor op weg naar Dakar. Bij de stad loopt de N4-weg over de rivier de Casamance. Ziguinchor bezit een luchthaven. ReligieSinds 1955 is de stad de zetel van het rooms-katholieke bisdom Ziguinchor. De kathedraal is gewijd aan Sint-Antonius van Padua. In 1992 bezocht paus Johannes Paulus II de stad. Galerij
Bronnen, noten en/of referenties
Zie de categorie Ziguinchor van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|
Portal di Ensiklopedia Dunia