Wuerhosaurus
Wuerhosaurus[1][2] is een geslacht van uitgestorven plantenetende ornithischische dinosauriërs, behorend tot de groep van de Stegosauria dat tijdens het Vroeg-Krijt leefde in het gebied van het huidige China. Het is een van de laatste bekende stegosauriërs, de meeste andere leefden tijdens het Laat-Jura. Naamgeving en vondstWuerhosaurus homheni is de typesoort, benoemd en beschreven door Dong Zhiming in 1973. De geslachtsnaam is afgeleid van de stad Wuerho. De soortaanduiding is wat raadselachtig. Zij was bedoeld als vertaling in het Latijn van het Chinese ping tan, 平坦, 'zeer vlak', een verwijzing naar de vorm van het bekken, maar een woord 'homheni' of 'homhen' bestaat helemaal niet. Wellicht dat het een corruptie is van campanus, of het Grieks homogenès, gelatiniseerd tot homogenis, door het fout lezen van een handgeschreven notitie. Het holotype IVPP V.4006 is in 1964 aangetroffen in de Lianmuginformatie van de Tugulugroep in Sinkiang, die dateert uit het Aptien-Albien, ongeveer 110 miljoen jaar oud. Het bestaat uit een schedelloos fragmentarisch skelet. Bewaard zijn gebleven: twee wervels, de linkerschoudergordel, beide opperarmbeenderen, een stuk ellepijp, het bekken met de sacrale wervels, een teenkootje en twee rugplaten. De fossielen bestaan verder uit het paratype IVPP V4007, drie staartwervels van een tweede individu beschreven in 1990. Een kleinere soort is in 1988 door een Canadees-Chinese expeditie bij Yang-Paul aangetroffen in de Ejinhoroformatie van het Ordos-bassin in Binnen-Mongolië. Deze soort is beschreven als Wuerhosaurus ordosensis, door dezelfde onderzoeker in 1993. Het typespecimen is IVPP V6877, een gedeeltelijk skelet bestaand uit drie halswervels, elf ruggenwervels, vijf sacrale wervels, vijf staartwervels en een rechterdarmbeen. Het skelet lag grotendeels in verband. Het specimen bleek in 2008 onvindbaar. Aan de soort zijn toegewezen specimina IVPP V6878, een rugplaat, en IVPP V6879, een ruggenwervel. In 2008 stelde Susannah Maidment dat Wuerhosaurus ordosensis een nomen dubium was — hoewel het uit veel vollediger resten bekend is dan de typesoort en in een andere formatie gevonden — en dat Wuerhosaurus als geheel een soort was van Stegosaurus, een Stegosaurus homheni. In 2010 stelde ze dat W. ordosensis een jonger synoniem was van S. homheni. Dit alles heeft een zekere navolging gevonden maar is ook bestreden wegens het grote tijdsverschil van misschien wel veertig miljoen jaar met Stegosaurus en het zeer omstreden vraagstuk of het Amerikaanse stegosauride materiaal tot één geslacht behoort. Als men daarin het geslacht Hesperosaurus onderscheidt, is ook Wuerhosaurus een apart geslacht, tenzij Hesperosaurus basaler gesteld wordt zoals later inderdaad gebeurde. In 2014 benoemde Roman Oelanski een derde soort: Wuerhosaurus mongoliensis, op basis van een skelet uit het vroege Krijt van Mongolië. Dat deed hij echter in een niet-gearchiveerde elektronsche publicatie zodat de naam een ongeldige nomen non rite publicatum bleef. Het specimen werd in 2018 benoemd als het aparte geslacht Mongolostegus. BeschrijvingHet feit dat slechts een paar verspreide botten zijn gevonden, maakt een volledige reconstructie moeilijk. Wuerhosaurus is waarschijnlijk een breedgebouwd dier, wat blijkt uit de omvang van het bekken. Gregory S. Paul schatte in 2010 de lengte van Wuerhosaurus homheni op zeven meter, het gewicht op vier ton. De soort behoort daarmee tot de grootste stegosauriërs. Uit de korte voorpoot is af te leiden dat hij lager bij de grond stond dan de meeste andere stegosauriden, mogelijk een aanpassing aan het eten van laag hangende planten. De rugplaten worden vaak lager en ronder of rechthoekiger genoemd dan die van andere stegosauriden; in feite zijn de twee bewaarde platen aan hun basis afgebroken en is hun vorm als geheel onbekend. Ook hun positie kan niet worden vastgesteld. Wel is zichtbaar dat ze erg dun moeten zijn geweest en vrij lang van voor naar achter; achtenvijftig centimeter bij de langste plaat. Een mogelijke thagomizer op het staartuiteinde is onbekend; wel is er een beenstekel gevonden maar die lag bij het scapulacoracoïde en kan dus een spina parascapularis geweest zijn, een schouderstekel. De krachtig gebouwde staartbasis zou echter de staartstekels van een thagomizer tot een vervaarlijk verdedigend wapen hebben kunnen maken. De wervelbogen zijn hoog. Bij de vijfde ruggenwervel loopt de voorste opening van het ruggenmergkanaal naar boven uit in een hoge groeve op de voorkant van de wervelboog die begrensd wordt door scherpe richels die aan de zijwanden van het kanaal ontspruiten en elkaar onder de voorste gewrichtsuitsteeksels ontmoeten. Bij de zesde wervel is de wervelboog nog hoger. Het heiligbeen bestaat uit een dorsosacrale wervel en vier vergroeide en gekielde sacrale wervels. De sacrale ribben van de dorsosacrale wervel maken deel uit van het sacrale juk. De doornuitsteeksels van de voorste staartwervels zijn bovenaan verbreed zonder kloving. Op het schouderblad heeft de processus acromialis een vierkante vorm. Het ravenbeksbeen is rechthoekig waarbij de schacht net iets breder is dan de helft van de breedte van het schouderblad. Bij het opperarmbeen is de breedte vierenveertig procent van de lengte van het bot. Het voorblad van het darmbeen is lang; het blad als geheel buigt naar achteren toe sterk naar bezijden over het heupgewricht heen. Het voorblad wijkt naar voren toe plots schuin uiteen en moet een uitzonderlijk grote buikholte gevormd hebben. De iets naar boven gebogen processus praepubicus is hoog en dwars gemeten dun; het schaambeen is lang, dun en eindigt in een sterke verwijding. De achterrand van het zitbeen is recht; op vijfenzeventig procent van de lengte van het bot zit er een knik in. Twee mogelijke autapomorfieën, unieke afgeleide eigenschappen, van W. homheni zijn de zeer lange doornuitsteeksels van de voorste staartwervels die bovenop eindigen in een verbreed platform en het verbrede uiteinde van het zitbeen. Maidment zag in 2008 als autapomorfie de aanwezigheid van een groeve op de achterste bovenkant van de wervelboog. Wuerhosaurus ordosensis is een kleinere soort. Paul schatte de lengte op vijf meter, het gewicht op 1,2 ton. De oorspronkelijke beschrijving bevatte een schatting van 4,5 meter. De bewaarde lengte van de skeletresten is 1,9 meter. Uit het geringe aantal ruggenwervels valt af te leiden dat de borstkas vrij gedrongen moet zijn geweest. De nek daarentegen lijkt erg lang; het is mogelijk dat voorste ruggenwervels in de nek zijn opgenomen. Ook bij deze soort is het bekken zeer breed. Mogelijke autapomorfieën van W. ordosensis ten opzichte van W. homheni zijn: het nauwere ruggenmergkanaal van de ruggenwervels, de geringe breedte van de wervellichamen van de staartwervels, de smallere doornuitsteeksels, kortere zijuitsteeksels van de voorste staartwervels en een doornuitsteeksel van de eerste staartwervel dat bovenaan niet dwars verbreed is en bovenop niet licht hol. FylogenieWuerhosaurus werd in 1973 door Dong bij de Stegosauridae ondergebracht, wat tot nu toe de gebruikelijke classificatie zou blijven. In 1983 verfijnde hij dat tot een Stegosaurinae. Analyses van Maidment hadden in 2008 als uitkomst dat Wuerhosaurus of de zustersoort was van Stegosaurus armatus of van Hesperosaurus mjosi. In 2017 plaatste ze de soort in een afgeleide positie als zustersoort van Stegosaurus stenops, het neotype van dat geslacht, overeenkomstig de jonge leeftijd.
Bronnen, noten en/of referenties
Literatuur
Noten
|