Werner von Melle werd op 1 januari1918 voor de tweede maal eerste burgemeester. In november1918 brak in Duitsland de Novemberrevolutie uit. In Hamburg vielen tijdens gevechten tussen regeringsgezinde troepen en revolutionairen tien doden. Op 6 november1918 nam de Arbeiders- en Soldatenraad van Groot-Hamburg de macht over. Op 12 november stuurde deze Arbeiders- en Soldatenraad de Senaat naar huis en werd Von Melle als burgemeester afgezet. Heinrich Laufenberg en Wilhelm Heise van de Sociaaldemocratische Partij van Duitsland werden benoemd tot regeringsleiders van de stadstaat. Op 18 november stelde de Arbeiders- en Soldatenraad de Senaat weer aan, echter louter als administratief lichaam; de werkelijke macht kwam te berustten bij de Arbeiders- en Soldatenraad. Von Melle hernam als lid van de Senaat het eerste burgemeesterschap[1] en bleef tot 1 januari1919 aan. Op 27 maart1919 droeg de Arbeiders- en Soldatenraad de macht over aan de Hamburger Bürgerschaft (parlement) en de Senaat. Op 30 maart1919 werd Von Melle opnieuw gekozen tot eerste burgemeester en bleef dit tot 31 december1919.
Na zijn aftreden als eerste burgemeester bleef Von Melle nog tot 1921 lid van de Senaat. Hij overleed op 83-jarige leeftijd, op 18 februari1937 in Hamburg.