Volgens de grondwet van de vrije hanzestadHamburg van 28 september1860 wordt de stadstaat bestuurd door een 10 leden tellende Senat (Senaat), voor die tijd Rath (Raad)[1] genaamd. De Senat wordt geleid door een Erster Bürgermeister (Eerste Burgemeester) als Präsident des Senats (President van de Senaat), bijgestaan door een Zweiter Bürgermeister (Tweede Burgemeester). Tot 1997 was de Erste Bürgermeisterprimus inter pares, eerste onder de gelijken, aangewezen door zijn collega's in de Senat. Sinds 1997 wordt de Erste Bürgermeister gekozen door de Hamburger Bürgerschaft, het parlement van de stadstaat. De bevoegdheden van de Erste Bürgermeister zijn sindsdien uitgebreid, zo kan hij bijvoorbeeld senatoren ontslaan.
Tot de stichting van de Weimarrepubliek werden de burgemeesters bijna zonder uitzondering gerekruteerd uit vooraanstaande patriciërfamilies(Grossbürgern). Na de Novemberrevolutie (1918) werd het censuskiesrecht afgeschaft en werd de macht van het patriciaat gebroken en nam het aantal burgemeesters uit de patriciërfamilies af.