Het wapen van La Roche-en-Ardenne gaat terug op het wapen dat in 1407 door Wenceslaus II van Luxemburg aan de stad werd toegekend.[2] Dit bestond uit een Boheemse leeuw (Wenceslaus II was tevens koning van Bohemen), namelijk een dubbelstaartige zilveren leeuw op keel, met daarover een barensteel van azuur (dit ter onderscheiding van het wapen van Bohemen).[1] Bij de eerste aanvraag in 1818 bij de Hoge Raad van Adel werd de barensteel abusievelijk omschreven als zilver - mogelijk omdat het materiaal dat men ter staving van de aanspraken op dit wapen had opgestuurd, niet duidelijk genoeg was, hetgeen in 1843 werd rechtgezet.[1]
Blazoen
Het eerste wapen had de volgende blazoenering:
Van rood beladen met een klimmende leeuw, gedekt op deszelfs midden door een lambel met 3 pendanten alles van zilver, het schild gedekt met een gouden kroon.
De gueules au lion d'argent de Bohême, la queue fourchée au lambel d'azur de trois pendants brochant sur le tout, l'écu timbre d'une couronne à cinq fleurons d'or. In keel een zilveren leeuw van Bohemen, de staart gespleten met barensteel van azuur met drie pendanten over alles heen, het schild getopt met een kroon van goud met vijf fleurons.
De gueules au lion d'argent à la queue fourchue, au lambel d'azur brochant; l'écu sommé d'une couronne d'or à cinq fleurons. In keel een leeuw van zilver, de staart gespleten, een barensteel van azuur over alles heen; het schild getopt met een kroon van goud met vijf fleurons.
↑M. Servais, Armorial des provinces et des communes de Belgique, Luik, 1955, p. 418: "En 1407, Wenceslas II, après un séjour plaisant à La-Roche, dota cette ville d'armoiries de gueules au lion d'argent à la queue fourchue et passée en sautoir (c'est à dire l'écu de Bohême) brisées d'un lambel d'azur de trois pièces brochant sur le tout.".