Wachet auf, ruft uns die Stimme (BWV 140)Wachet auf, ruft uns die Stimme (BWV 140) is een religieuze cantate geschreven door Johann Sebastian Bach. ProgrammaZij werd voor het eerst uitgevoerd op 25 november 1731 in de Thomaskerk te Leipzig (in het kerkelijk jaar de 27e en laatste zondag na Feest van de Heilige Trinitatis). Deze cantate behoort tot de vijfde en laatste cantatejaargang.
TekstInhoud van de cantate
Tekst van de drie koralenDe cantate is gebaseerd op het koraal Wachet auf, ruft uns die Stimme (1599) met tekst en melodie van Philipp Nicolai (1556-1608). De drie strofen zijn letterlijk overgenomen in deel 1, 4 en 7 der cantate. Omdat de koralen van oudsher bedoeld waren als muziek die ten gehore werd gebracht tijdens de eucharistie, vormt de tekst van elke strofe, mits gecentreerd afgedrukt, een wijnkelk.[1] "Wachet auf," ruft uns die Stimme
Muzikale bezettingHoorn; hobo 1 en 2; althobo; viool 1 en 2; violino piccolo; altviool; basso continuo (inbegrepen fagot en orgel). ToelichtingDe cantate pakt het thema van de lezingen op aan de hand van het 16e-eeuws koraal "Wachet auf, ruft uns die Stimme", een lied dat bestaat uit drie strofen die aan het begin, het midden en het eind van de cantate zijn geplaatst. Daartussen voegde een ons onbekende tekstdichter tweemaal een recitatief en een aria. De cantate 140 is een voorbeeld van een -in Bachs tijd- nieuw type van cantate waarbij meer ruimte gegeven wordt aan de persoonlijke verwerking. Niet meer een vrije combinatie van Bijbeltekst en koraal zoals daarvoor gebruikelijk, maar een opeenvolging van koraal, Bijbeltekst, dichterlijke commentaren en een persoonlijk emotioneel antwoord daarop. Het zwaartepunt kwam daarbij te liggen op de laatste twee vormen: recitatieven, waarin de solist vertelt, toepast en de aria's, waarin ruimte is voor beschouwing, afweging en schildering van emoties. Het koor verzorgde nog slechts het openingsdeel en het slot, van oudsher een koraal. Cantate 140 wordt gezien als de meest Wagneriaanse van alle cantates. De Duitse auteur Musil beschouwt Bachs muziek als tegenpool van Richard Wagners werken: helderheid en inventiviteit tegenover Wagners dik gebrouwen, hete, dronkenmakende brij. De begin jaren 60 van de 20e eeuw gevormde Britse band Procol Harum liet zich voor het nummer "A whiter shade of pale" inspireren door deze cantate en door een ander werk van Bach: Air, uit Ouverture 3 in D grote terts (BWV 1068). Zie ookBronnen, noten en/of referenties
|
Portal di Ensiklopedia Dunia