Von Neumann-algebraEen von Neumannalgebra of W*-algebra heeft enkele equivalente definities: een von Neumann-algebra is:
De equivalentie tussen de eerste twee definities is de inhoud van von Neumanns bicommutantstelling. Ze geeft aan dat von Neumannalgebra's op louter algebraïsche wijze gekarakteriseerd kunnen worden. De equivalentie tussen de eerste definitie en de laatste definitie moet als volgt worden opgevat: voor elke von Neumannalgebra bestaat er een injectief, (zwak-*)-(ultra-zwak) continu *-homomorfisme naar de verzameling begrensde operatoren op een Hilbertruimte. Dit betekent dus dat de volledige structuur van een von Neumannalgebra concreet gerepresenteerd kan worden. Deze situatie is analoog aan deze voor C*-algebra's. Een von Neumannalgebra die representeerbaar is op een Hilbertruimte met een aftelbare basis, wordt -eindig genoemd. Een von Neumannalgebra met triviaal centrum wordt een factor genoemd. De von Neumannalgebra is genoemd naar de Hongaars-Amerikaanse wiskundige John von Neumann. GeschiedenisVon Neumannalgebra's werden vanaf de jaren 30 onder de naam 'Rings of operators' bestudeerd in enkele papers van John von Neumann en Francis Murray, in het kader van het ontwikkelen van een rigoureuze wiskundige taal om kwantummechanica in te beschrijven. Hier reeds wordt een opdeling van factoren gegeven volgens type. Von Neumann zelf zag type II1 als het goede kader om een 'kwantummeetkunde' of 'continue meetkunde' in te bestuderen (verwijzend naar het continue bereik van de dimensiefunctie). Verder fysisch onderzoek wees echter uit dat vooral factoren van het type III opduiken in kwantummechanische systemen, types die in de tijd van von Neumann eerder als pathologisch werden gezien, en waarvan zelfs het bestaan onduidelijk was. Met behulp van Tomita-Takesaki-theorie en het werk van onder andere Araki en Woods, slaagde Alain Connes er in zijn proefschrift uit 1973 in, om een verdere classificatie van factoren van het type III te geven. Tevens wordt hierin gewag gemaakt van het intrinsiek dynamisch karakter ('een godgegeven tijdsevolutie' (Connes)) van een niet-commutatief systeem: voor elke factor bestaat er een uniek homomorfisme van R naar de groep van automorfismes van M, modulo de inwendige automorfismes. ClassificatieClassificatie van factorenOp de verzameling projecties P van een factor M kan, op vermenigvuldiging met een positieve scalair na, een unieke dimensiefunctie d gedefinieerd worden. Dit is een functie d van P naar R+U {∞} die voldoet aan:
Met behulp van het beeld Im(d) van deze functie kunnen factoren in verschillende types onderverdeeld worden: Een factor is
Een factor, niet van het type III, wordt semifiniet genoemd. Deze kunnen gekarakteriseerd worden als de factoren waarvoor een getrouw, semifiniet, normaal spoor bestaat, noodzakelijk (op een positieve scalar na) uniek. Een factor van het type In of II1 wordt eindig genoemd. Dit zijn de factoren waarvoor een getrouw eindig spoor bestaat. Een factor van het type II∞ of III wordt 'echt oneindig' genoemd. Elke von Neumannalgebra kan 'ontbonden' worden in factoren via een desintegratie over zijn centrum. Als in deze decompositie bijna alle factoren van een bepaald type zijn, wordt de von Neumannalgebra gezegd van dit type te zijn. Classificatie van factoren van het type IIIZij M een factor van het type III. Kies een modulaire eenparametergroep op M, en zij N het gekruist product van M met deze eenparametergroep. N zal dan een von Neumannalgebra van het type II∞ zijn. Zij de duale eenparametergroep op N, beperkt tot het centrum Z(N) van N. Het systeem (Z(N),,R) wordt de 'flow of weights' op M genoemd.
Deze classificatie kan ook gemaakt worden aan de hand van het gezamenlijke spectrum van alle modulaire operatoren horende bij M. Het is merkwaardig dat er een goede structuurtheorie mogelijk is voor factoren van het type III, daar deze gedefinieerd worden via exclusie: het zijn de factoren waarvoor geen goede dimensiefunctie bestaat. Voorbeelden
|
Portal di Ensiklopedia Dunia