Tweede Kamerverkiezingen in het kiesdistrict Schiedam (1888-1918)
Tweede Kamerverkiezingen in het kiesdistrict Schiedam (1888-1918) geeft een overzicht van verkiezingen voor de NederlandseTweede Kamer in het kiesdistrict Schiedam in de periode 1888-1918.[1]
Jacob Patijn, gekozen bij de verkiezingen van 20 maart 1888, trad op 21 oktober 1888 af vanwege zijn benoeming als advocaat-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden. Om in de ontstane vacature te voorzien werd een tussentijdse verkiezing gehouden.
Otto van Limburg Stirum, gekozen bij de verkiezingen van 16 juni 1905, trad op 27 augustus 1907 af. Om in de ontstane vacature te voorzien werd een tussentijdse verkiezing gehouden.
De verkiezing van 1917 was de laatste verkiezing voor het kiesdistrict Schiedam. In 1918 werd voor verkiezingen voor de Tweede Kamer overgegaan op een systeem van evenredige vertegenwoordiging met kandidatenlijsten van politieke partijen.
↑De verkiezingen in 1888 waren de eerste verkiezingen waarbij een Tweede Kamer van 100 leden gekozen werd; de verkiezingen in 1918 waren na de opheffing van de kiesdistricten de eerste verkiezingen waarbij de uitslag bepaald werd op grond van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging.
↑Bij de grondwetsherziening van 1887 was het aantal leden van de Tweede Kamer uitgebreid van een variabel aantal, afhankelijk van de bevolkingsomvang, naar een vast aantal van 100. Tegelijkertijd werd het aantal kiesdistricten uitgebreid.
↑ abcdeOmdat geen van de kandidaten in de eerste ronde de absolute meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen behaalde, was een tweede verkiezingsronde nodig. Deze werd gehouden tussen de twee kandidaten die in de eerste ronde de meeste stemmen behaald hadden.
↑ abcdefghAftredend en herkiesbaar Tweede Kamerlid voor Schiedam.