TreinsoortEen treinsoort, treindienstsoort of treincategorie zijn soorten of categorieën van treindiensten op een hoofdspoorwegnet. Stoptrein en sneltrein zijn twee bekende voorbeelden van treinsoorten voor een hoofdspoorwegnet. Bij andere spoorwegsystemen, zoals metronetten en tramnetten, is het begrip treinsoort minder belangrijk omdat bij deze spoorwegsystemen gewoonlijk maar één treinsoort wordt ingezet. Duidelijke en aansprekende namen van treinsoorten zijn belangrijk om het karakter van de vervoersdienst voor de klant duidelijk te maken en aan te prijzen. Spoorvervoerders veranderen de namen van treinsoorten soms. Dat doen ze om hun vervoersdiensten nóg beter aan te prijzen. Ook gebruikt niet iedere spoorvervoerder dezelfde naam voor eenzelfde treinsoort. Indeling van treinsoortenHoofdonderscheidEr is een onderscheid tussen treinen die een vervoersdienst bieden aan reizigers of aan klanten enerzijds, en treinen die nodig zijn voor het in stand houden van het treinvervoer anderzijds. Treinen die vervoersdiensten bieden worden onderscheiden in reizigerstreinen en goederentreinen. Treinen die nodig zijn om het treinvervoer in stand te houden zijn werktreinen, zoals zelfrijdende machines voor aanleg en onderhoud van het spoor en treinen voor het vervoer van materiaal voor aanleg en onderhoud van het spoor, proefritten van treinen en treinritten om leeg treinmaterieel over te brengen naar een ander stationsemplacement of naar een werkplaats. ReizigerstreinenDe vervoerdiensten van veel spoorvervoerders zijn gebaseerd op twee treinsoorten, stoptreinen op alle stations van een traject stoppen, en sneltreinen die alleen bij de grote plaatsen stoppen. Soms worden drie treinsoorten onderscheiden. Naast binnenlandse vervoerdiensten zijn er uiteraard ook internationale vervoerdiensten. Een bekend netwerk van een internationaal vervoernetwerk was de Trans Europ Express (TEE). Hogesnelheidstreinen bieden vervoerdiensten die vanwege de snelheid niet te vergelijken zijn met sneltreinen. Men spreekt van hogesnelheidstrein als treinen 200 km/h of sneller rijden. GoederentreinenGemengde trein of bonte goederentreinen zijn treinen die meerdere soorten spoorwagons vervoert, vaak voor meerdere verladers. Deze treinen bieden relatief kleinschalig vervoer, een marktsegment waar het spoorwegvervoer een miniem marktaandeel heeft. Een bloktrein is een goederentrein die, behalve op het begin- en eindpunt, niet deels geladen of gelost wordt. Hij verandert ook niet van samenstelling, er worden onderweg dus geen wagens af- of aangekoppeld. Meestal zijn dit treinen van één verlader (klant), met één soort lading. Bloktreinen worden vaak genoemd naar het soort lading dat ze vervoeren, zoals ertstrein, kolentrein en autotrein. Een containertrein is soms een bloktrein, maar biedt soms ook een vaste lijndienst waar meerdere verladers gebruik van maken. WerktreinenVoorbeelden van werktreinen zijn:
Daarnaast zijn er wegvoertuigen die ook op het spoor kunnen rijden. Deze worden niet als werktrein gezien. Bijvoorbeeld bovenleidingmontagewagens, kraanwagens en graafmachines. De laatste twee zijn in jargon bekend als krol, wat een afkorting is van 'kraan op lorries'. SpoorwegcapaciteitDe capaciteit van een spoorlijn is het grootst als er treinen van slechts één treinsoort gebruik van maken. In dat geval kunnen treinen met een kleine volgafstand achter elkaar rijden, zonder dat ze elkaar in de weg gaan zitten. Op hoofdspoorwegnetten worden meerdere treinsoorten op een spoorlijn ingezet, en kan de capaciteit van de spoorlijn niet volledig benut worden. Het ongelijke rijgedrag van treinsoorten is daar de oorzaak van. Een stoptrein heeft bijvoorbeeld meer tijd nodig om een bepaald traject te overbruggen dan een sneltrein, omdat een stoptrein onderweg ook nog een aantal malen moet stoppen. Daarom kan een sneltrein beter niet direct na een stoptrein vertrekken, omdat de sneltrein iedere keer moet wachten of langzaam moet gaan rijden als de stoptrein stopt. Het verlies van spoorwegcapaciteit kan beperkt worden door verschillen tussen treinsoorten kleiner te maken. Een mogelijkheid is om de vervoerdiensten van treindienstsoorten meer op elkaar te laten lijken, bijvoorbeeld door stoptreinen soms stations over te laten slaan, en door sneltreinen ook te laten stoppen op een iets minder belangrijke plaats. Een andere mogelijkheid is treinmaterieel te kiezen dat snel kan optrekken en afremmen, zodat de stoptreindiensten versneld kan worden en het verschil met een sneltrein minder groot wordt. Namen van treinsoortenInternationaalEen aantal aanduidingen van treinsoorten wordt in meerdere landen Europa gebruikt.
Voormalig:
Een aantal maatschappijen heeft een hogesnelheidsdienst, die het reguliere aanbod aanvult:
NederlandDe Nederlandse Spoorwegen (NS) hanteren de volgende namen:
In de praktijk komen op treinaanwijzers ook de volgende aanduidingen voor:
GeschiedenisTot de invoering van de dienstregeling van 2007 in december 2006 werden er in Nederland voor het binnenlandse treinverkeer drie treindienstsoorten gehanteerd.
BelgiëIn België onderscheidt men:
DuitslandIn Duitsland is het openbaar vervoer onderverdeeld in Nahverkehr (gesubsidieerd stads-, streek- en regionaal vervoer) en Fernverkehr (ongesubsidieerd langeafstandsvervoer)
Tsjechië
Zie ookExterne linksBronnen, noten en/of referenties
|