Tracking errorTracking error is een in het vermogensbeheer gehanteerd begrip waarmee een indicatie wordt gegeven van de mate van afwijking tussen het rendement van een beleggingsfonds en de waardeontwikkeling van een benchmark. MethodeBij het meten van de tracking error wordt per beschouwde periode (dag, week of maand) gekeken wat het rendement van het fonds en het rendement van de gevolgde benchmark is. Het verschil tussen deze twee uitkomsten wordt gekwadrateerd. De waarnemingen over deze periode worden opgeteld en gedeeld door het aantal waarnemingen. Uit dit resultaat wordt de wortel getrokken om de eerdere kwadratering te elimineren en deze uitkomst is de tracking error over deze periode. Aangezien de rendementsverschillen in procenten luiden, luidt de tracking error ook in procenten. Voor een enigszins betrouwbare uitkomst wordt voor de berekening van de tracking error meestal data gebruikt over het laatste jaar of laatste drie jaren. De formule van de berekening luidt: waarbij rp is het rendement van de portefeuille of fonds en rb is het rendement van de benchmark. Het verschil tussen deze twee getallen wordt ook wel het actieve rendement genoemd. Een alternatieve berekening van de tracking error is de standaarddeviatie van de actieve rendementen.[1] Het is vanzelfsprekend dat de benchmark en het fonds in dezelfde valuta met elkaar worden vergeleken. UitkomstenAls de tracking error dicht bij de nul ligt, dan wijkt de samenstelling van het fonds weinig af van de benchmark. Naarmate de tracking error toeneemt, wijkt de samenstelling van het fonds in toenemende mate af van de benchmark. In het geval een fonds een tracking error heeft van 2% en een tweede fonds een tracking error van 4% dan betekent dit dat fondsmanager van het tweede fonds meer vrijheid heeft bij de samenstelling van de portefeuille dan de eerste. Een tracking error van 0% betekent dat een fonds de index precies volgt, dit komt in de praktijk echter nauwelijks voor. VerklaringenDe belangrijkste verklaring voor de tracking error zijn de afwijkingen in de portefeuille ten opzichte van de benchmark. Andere elementen die een rol kunnen spelen zijn:
Toepassing in praktijkIn de afspraken die een vermogensbeheerder en zijn opdrachtgever maken omtrent de wijze van het vermogensbeheer, zullen doorgaans afspraken omtrent de (maximale of na te streven) tracking error zijn opgenomen. Hoe lager de tracking error, hoe meer de belegger erop kan vertrouwen dat het rendement is gekoppeld aan de waardeontwikkeling van de benchmark. Bij een hogere tracking error heeft de vermogensbeheerder een grotere vrijheid om van de benchmark af te wijken, met zowel de kans op een beter resultaat dan de benchmark als de kans op een lager resultaat. Bij passief vermogensbeheer wordt getracht een benchmark zo nauwkeurig mogelijk te volgen. De tracking error zal dicht bij de nul liggen. Bij actief vermogensbeheer, waarbij op basis van een (hopelijk) superieure visie op toekomstige koersontwikkelingen met enige regelmaat aan- en verkoopbeslissingen genomen worden. Hier is de tracking error duidelijk hoger dan 0%. Over een langere periode beschouwd, is het uiteraard de bedoeling dat actief vermogensbeheer meer oplevert dan de benchmark. De grotere onzekerheid behoort immers beloond te worden met extra rendement. Overigens is het onderscheid tussen passief en actief vermogensbeheer in de praktijk niet altijd scherp te trekken, het is meer een glijdende schaal. In de documentatie van beleggingsfondsen en vergelijkbare producten wordt vaak de gerealiseerde, of ex-post, tracking error vermeld. Zie ook |
Portal di Ensiklopedia Dunia