Tracéwet![]() De Tracéwet was een Nederlandse wet van 16 september 1993 die van toepassing was op de aanleg van nieuwe infrastructuur van nationaal belang. Het kon daarbij gaan om een rijksweg, een spoorweg of een kanaal. Op grond van deze wet nam de minister van Infrastructuur en Milieu een tracébesluit. Dit besluit werd genomen na een grondige voorbereiding, waarbij betrokkenen inspraak hadden op grond van de Algemene wet bestuursrecht. Een tracébesluit kon ook genomen worden om een verbreding van een weg of spoorweg mogelijk te maken, bijvoorbeeld om de capaciteit te vergroten. De Tracéwet had geen betrekking op buisleidingen. De Tracéwet trad op 1 januari 1994 in werking. Per 1 januari 2024 is de wet ondergebracht in de Omgevingswet. Directe werkingDe Tracéwet was een aanvulling op de Wet ruimtelijke ordening.[2] Een tracébesluit had een directe werking. Als het besluit genomen was werkte dit onmiddellijk door in bijvoorbeeld bestemmingsplannen. Het besluit maakte het dan ook planologisch mogelijk dat de infrastructuur wordt aangelegd. Als onderdeel daarvan konden mogelijk opstallen worden onteigend. De tracéwet was hiermee een voorbeeld van een NIMBY-wetgeving, waardoor het mogelijk wordt infrastructuur die niemand "in de eigen achtertuin" zou willen hebben vanuit de rijksoverheid gerealiseerd kan worden. Twee proceduresDe Tracéwet kende twee procedures, die afhankelijk waren van de omvang van het project:[3]
ProcedureVoor het doorlopen van een procedure volgens de Tracéwet was aantal stappen nodig, voordat uiteindelijk een Tracébesluit genomen kon worden. Elke stap werd gepubliceerd in onder andere de Staatscourant, zodat een ieder kennis kon nemen van het voorgenomen project. Ook de Tweede Kamer werd over elke stap geïnformeerd. De stappen waren de volgende:
Realisatie van het projectAls het TB na een eventuele beroepsprocedure bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State onherroepelijk was geworden, werd gestart met de realisatie van het project, tenzij de inzichten van de rijksoverheid gewijzigd waren. Dan kwam het TB in een enkel geval in de ijskast terecht. Als het project was gerealiseerd wer een opleveringstoets uitgevoerd, waarbij gecontroleerd werd of aan alle wettelijke normen was voldaan. De evaluatie was erop gericht om te beoordelen of met name de MER gebaseerd was op een juiste inschatting van de gevolgen voor het milieu. Dat laatste kon leiden tot aanvullende mitigerende maatregelen. BijzonderhedenVolgens artikel 19 van de Tracéwet verviel een tracébesluit van rechtswege als er niet binnen tien jaar begonnen was met de uitvoering. De Tracéwet is via een wetsvoorstel uit 2010 ingrijpend gewijzigd.[5] De vorige versie van de Tracéwet ging gepaard met vertraagde procedures. Met de vernieuwing werd het bestuurlijk primaat teruggebracht in de besluitvorming. Een tracébesluit werd de laatste jaren nog maar zelden vernietigd door de Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State. Wel werd via de Bestuurlijke lus een TB direct gerepareerd door de ABRvS. VoorbeeldenVoorbeelden van infrastructuur waar een tracébesluit voor genomen is zijn: SpoorwegenAutosnelwegenVaarwegen
Bronnen, noten en/of referenties
Bron Referenties
|
Portal di Ensiklopedia Dunia