Theodor HagemannTheodor Hagemann (Stiege, 14 maart 1761 – 14 mei 1827) was een Duits jurist. BiografieHagemann volgde onderwijs in Blankenburg (Harz) en Quedlinburg. Vanaf 1780 studeerde hij rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Helmstedt. Vanaf Pasen 1782 tot 29 september 1784 studeerde hij verder aan de Georg-August-Universität Göttingen, onder andere bij Johann Stephan Pütter. Na zijn promotie in 1785 werd hij daar ook privaatdocent. Bovendien doceerde hij jonge edellieden uit Lijf- en Estland in rechten. Op Pasen 1786 werd Theodor Hagemann op advies van Pütter door de Brunswijkse minister en universiteitscurator Karl August von Hardenberg tot buitengewoon hoogleraar aan de Universiteit van Helmstedt benoemd. Twee jaar lang bekleedde hij deze functie, tot de Hannoverse regering hem op Pasen 1788 tot Hofrat in de Justizkanzlei (Gerechtshof) in Celle benoemd. In 1797 werd hij tweede Gerichtsassessor (rechter op proef) en in 1799 aangesteld als rechter van het Oberappellationsgericht (Hoger Hof van Beroep) in die stad. Vanaf 1819 tot zijn dood was hij hoofd van de Justizkanzlei. Een voorstel van Albrecht Daniel Thaer om hem agrarisch recht te laten doceren aan het geplande Landwirtschaftliches Lehrinstitut te Celle ging niet door als gevolg van de Franse bezetting van de stad. Van 1808 tot 1811 was Hagemann directeur van de inkwartieringscommissie. Tevens leidde hij het weeshuis in Celle en publiceerde hij boeken over het stads- en burgerrecht in Celle. In 1817 werd hij in de Königliche Gesellschaft des Landbaues opgenomen, waarvan zijn vader van 1798 tot 1802 directeur was geweest. In 1827 overleed Hagemann die in zijn laatste levensjaren veel door ziekten geplaagd was. Publicaties (selectie)
PrijzenLiteratuur
|
Portal di Ensiklopedia Dunia