StrohulsEen strohuls diende voor het omhullen en beschermen van breekbare waren, met name glaswerk als flessen en mandflessen. Chemicaliƫn zoals zoutzuur werden vervoerd in mandflessen. Tussen de mand en de fles was dan een voering van stro aangebracht die bescherming bood tegen breken. Ook wijnhandelaren en brouwerijen waren afnemers van strohulzen. Duurdere wijnen en champagnes worden nog wel in strohulzen verpakt. VerspreidingAl vanaf de zestiende eeuw werd in het nabije buitenland in streken met roggeverbouw in de wintermaanden stro verwerkt tot hulzen. De vervaardiging van strohulzen bleef lang een buitenlandse aangelegenheid, mogelijk omdat daar het gebruik van flessen en de inhoud ervan relatief groter was dan in de Lage Landen. Nederland importeerde strohulzen, die rond 1875 eenvoudig gemechaniseerd gefabriceerd werden. In Nederland richtten rond 1880 armbesturen (o.a. te Strijen en Amsterdam, later ook te Meppel) werkplaatsen op waar handmatig strohulzen werden vervaardigd, om de armlastigen aan het werk te zetten. In 1882 richtte J. Flament jr. te Amsterdam de Eerste Nederlandsche Machinale Stroohulzen-Fabriek op. Vervolgens ging het snel: Groningen, Groenlo. Al gauw concentreerde de nijverheid zich in het zuiden van Nederland, in Brabant en Noord-Limburg. Zo waren er bedrijven in het oosten van Noord-Brabant in Helmond, Leende, Asten, Deurne, Geldrop, Boxtel, Eindhoven, Stratum (Eindhoven), Someren, Vught en Uden. In West-Brabant waren strohulzenfabrieken in Vrijhoeve-Capelle, Leur (Noord-Brabant), Oudenbosch en Oosterhout (Noord-Brabant). Een belangrijk bedrijf was de sinds 1885 bestaande Nederlandsche Stoomstroohulzenfabriek H van Berckel, in 1893 voortgezet door J.B.C. Caron, in Eindhoven. In 1912 telde Nederland 24 strohulzenfabrieken met 1160 arbeid(st)ers die in totaal meer dan 170 miljoen strohulzen vervaardigden. 89% van de werkgelegenheid was in Noord-Brabant. DoorwerkingDe strohulzenfabricage is in de naoorlogse periode in Nederland verdwenen. Enkele bedrijven maakten een min of meer succesvolle overstap naar een meestal aanverwant product zoals bouwplaten: Nefa te Boxtel en Stramit te Someren. Verder lag de bedrijfstak aan de basis van twee bedrijven die zich in andere richting ontwikkelden:
De naam van het product leeft voort in straatnamen te Asten, Boxtel en Uden en in de naam van een nieuwbouwwijk in Heeze Externe links en literatuur
|
Portal di Ensiklopedia Dunia