Het eerste stationsgebouw dateert uit 1839. In 1885 werd een laag gebouw in dienst genomen als station, terwijl de stationschef in de dienstwoning uit 1839 bleef wonen. Pas in 1931 werd een nieuw stationsgebouw, ontworpen door architect Paul Nouille, in gebruik genomen. De dienstwoning van de stationschef werd als een apart gebouw opgetrokken. Het gebouw heeft een samengesteld schilddak. Aanliggend werd het dienstgebouw opgetrokken, dat zich eveneens onder een schilddak bevindt, langs de straatzijde verspringend en langs de perronzijde in een vlak uitgevoerd.
In het kader van het Minder hinder-plan van de Vlaamse overheid, om de overlast tijdens de werken aan de Antwerpse Ring te beperken, zorgde de NMBS in 2004 voor 60 extra parkeerplaatsen aan het station van Duffel.
Een van de opvallendste zaken is het ontbreken van een stationsklok.
Sinds 1 juli 2015 zijn de loketten van dit station gesloten en is het een stopplaats geworden. Voor de aankoop van allerlei vervoerbewijzen kan men bij voorkeur terecht aan de biljettenautomaat die ter beschikking staat, of via andere verkoopkanalen.
Op zondag een deel Brussel-Noord - Nijvel en een deel Brussel-Zuid - Antwerpen-Centraal. Tijdens de week eerste en laatste ritten van/naar Charleroi-Centraal.
Reizigerstellingen
De grafiek en tabel geven het gemiddeld aantal instappende reizigers weer op een week-, zater- en zondag.[2]
Tabel: aantal instappende reizigers station Duffel
Weekdag
Zaterdag
Zondag
1977
1 423
314
298
1978
1 667
338
349
1979
1 273
326
273
1980
1 288
319
278
1981
1 428
357
231
1982
1 277
315
266
1983
1 259
359
225
1984
1 059
269
206
1985
1 158
297
249
1986
984
262
198
1987
945
295
241
1988
948
264
213
1989
1 129
248
291
1990
966
241
189
1991
1 042
263
206
1992
969
292
206
1993
911
232
170
1994
902
260
188
1995
765
219
194
1996
991
287
252
1997
846
355
284
1998
897
263
172
1999
726
296
113
2000
839
282
202
2001
898
261
182
2002
786
286
218
2003
834
268
189
2004
853
224
207
2005
927
304
214
2006
952
259
220
2007
993
290
226
2008
-
-
-
2009
764
197
119
2010
-
-
-
2011
-
-
-
2012
768
216
202
2013
899
219
187
2014
899
202
225
2015
913
276
188
2016
843
243
197
2017
852
272
302
2018
897
316
201
2019
856
328
216
2020
528
228
132
2021
-
-
-
2022
832
440
416
2023
829
583
427
Bronnen, noten en/of referenties
↑De bron voor de gegevens is NMBS – Reizigerstellingen. De tellingen worden meestal uitgevoerd in de maand oktober: gedurende 9 opeenvolgende dagen (5 werkdagen en de 2 omliggende weekends) worden dan door het stations- en treinbegeleidingspersoneel visuele tellingen verricht. De methode bestaat erin het aantal in- en uitstappende reizigers te tellen in alle stations en stopplaatsen en dit voor alle treinen van het binnenlands verkeer. Het getal naast het kopje 'weekdag' slaat op het gemiddeld aantal opstappende (dus niet het aantal afstappende) reizigers op een weekdag (maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag opgeteld gedeeld door vijf), zaterdag en zondag staan apart vermeld. De cijfers geven een indicatie en hebben een foutenmarge, die in sommige gevallen aanzienlijk kan zijn.
↑De bron voor de gegevens zijn de jaarlijks door de NMBS in oktober uitgevoerde reizigerstellingen. Stationspersoneel en treinbegeleiders tellen dan visueel gedurende negen opeenvolgende dagen (vijf werkdagen en de twee aansluitende weekends) in alle stations en stopplaatsen het aantal instappende reizigers en dit voor alle binnenlandse treinen. De groene balk geeft het gemiddeld aantal opstappende (dus niet het aantal afstappende) reizigers weer op een weekdag (maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag opgeteld en gedeeld door vijf). Zaterdag wordt weergegeven door de blauwe en zondag door de rode balk. De cijfers geven een indicatie en hebben een foutenmarge, die in sommige gevallen aanzienlijk kan zijn. In 2008, 2010, 2011 en 2021 (corona) werden geen tellingen uitgevoerd. De gegevens zijn online raadpleegbaar, zoekterm Reizigerstellingen