Het handschrift is samengesteld uit 312 perkamentenfolia van 232 op 166 mm. De Latijnse tekst is geschreven in een gotische rotunda in een tekstblok van 109 bij 74 mm met 17 lijnen per blad.[4]
Het handschrift bevat één volbladminiatuur, 70 miniaturen van drie kwart pagina groot, 12 bas de page miniaturen in de kalender, 12 tekeningen in de ondermarge bij de boetepsalmen en 63 gehistorieerde marges. Elke pagina die geen miniatuur bevat heeft gedecoreerde marges.[4]
De binding in rood marokijn dateert uit de 18e eeuw en werd aangebracht in Genua. Ze draagt de wapens van de familie Spinola op voor- en achterzijde.[4]
Het handschrift bevat geen aanwijzingen die toelaten de opdrachtgever of bestemmeling te bepalen. In de miniatuur die de viering van het dodenofficie voorstelt op f185r zijn wapenschilden aangebracht met een gouden kruis op een blauw veld, maar een dergelijk wapen is onbekend. Gerard Horenbout was vanaf 1515 hofschilder bij Margaretha van Oostenrijk (1480-1530) en gezien een groot deel van de miniaturen van zijn hand is, en hij waarschijnlijk het werk coördineerde,[6] werd de hypothese geformuleerd dat het handschrift besteld werd door Margaretha van Oostenrijk en in haar bezit was. Een ander argument dat wordt aangevoerd is dat het handschrift in het bezit was van de Spinola familie en dat de binding overeenkomt met die van de Très Riches Heures du duc de Berry dat volgens veel deskundigen ook tot de bibliotheek van Margaretha heeft behoord.[4] Maar zoals hoger gezegd, dit blijft een hypothese.
Het handschrift bleef tot in 1976 in de verzameling van de familie Spinola in Genua en werd dan geveild bij Sotheby's in Londen en aangekocht door Irene en Peter Ludwig voor hun collectie van handschriften. De volledige Ludwig-collectie werd in 1983 verkocht aan het J. Paul Getty Museum.
Datering
Ook wat de datering betreft zijn er weinig directe aanwijzingen te vinden in het handschrift zelf. De enige verwijzing is het gebed ter ere van Paus Leo X, paus van 1513 tot 1521, dat op f290v werd toegevoegd. Men zou dit kunnen interpreteren als een terminus post quem van 1513, het jaar dat Leo X paus werd. De Meester van het gebedenboek van Dresden begon zijn loopbaan in 1460 en het is weinig waarschijnlijk dat hij na 1520 nog actief was. Gerard Horenbout experimenteerde met de plaatsing van de tekst zoals hij ook deed in dit handschrift in het Breviarium Grimani, wat dit handschrift een ontstaansperiode tussen 1510 en 1520 zou opleveren. Het Spinola-getijdenboek behoort tot dezelfde iconografische groep van handschriften van de hand van Horenbout en Bening als het Rothschild-getijdenboek (1505-1510), het Getijdenboek van Johanna van Castilië (ca. 1500), het Breviarium-Grimani (1510-1520) en het Breviarium Mayer van den Bergh (ca. 1500).
Verluchting
Dit manuscript is vrij uniek door de beeldopbouw die in de verluchting gebruikt werd. De manier waarop tekst en beeld geïntegreerd werden in een aantal miniaturen is opmerkelijk en de integratie tussen beeld en marge is nieuw. We danken deze experimenten voornamelijk aan Gerard Horenbout. In de weekgetijden, die volledig van de hand van Horenbout zijn, kan men zien dat op sommige miniaturen de tekst geschreven lijkt op een ander velletje perkament dat op de actuele bladzijde is bevestigd met twee spelden. Op f56v (de kruisiging) en f57r (Mozes en de bronzen slang) is de tekst zelfs een soort uithangbord geworden dat aan een scharnier aan de boord van de miniatuur hangt.[4]
De margeversiering bij Horenbout bestaat niet langer uit strooibloemen in Gent-Brugse stijl, maar is een voortzetting van de scène in de miniatuur, waarbij dikwijls in de rand de buitenkant van het gebouw waarin de hoofdscène plaatsvindt, wordt voorgesteld. In buitenhuisscènes wordt het landschap rondom de hoofdscène verder uitgewerkt. Zo zien we in de miniatuur op f185r, de viering van het Officie van de doden in de hoofdminiatuur, en in de marge enerzijds een binnenzicht op de crypte van de kerk en anderzijds de buitenzijde van de kerk.
f11r: Gerard Horenbout, Abraham en de drie engelen
f48v: Gerard Horenbout, Processie voor Corpus Christi
De dubbele miniaturen bij het begin van belangrijke secties, die Horenbout introduceerde in het Getijdenboek van Johanna van Castilië, zien we ook hier terug, maar Horenbout gaat soms nog iets verder. In de miniaturen bij het begin van de ‘woensdaggetijden voor Alle Heiligen’, vormen de miniaturen op verso- en rectozijde zelfs een geheel dat de hemel voorstelt met links (verso) de mannelijke heiligen en rechts (recto) de vrouwelijke heilige. Beide groepen aanbidden het Lam Gods in het centrum, waarvoor we op beide miniaturen slechts een hint zien omdat het centrale gedeelte niet is weergegeven. Ook de miniaturen voor het officie van de doden met enerzijds het sterfbed en anderzijds de requiemmis vertellen een aaneensluitend verhaal.
f184v: Gerard Horenbout, Een doodsbed scène
f185r: Gerard Horenbout, Officie van de doden
De Meester van de Bijbel van Lübeck gaat in dezelfde stijl mee, in zijn miniaturen bij de priem van de Mariagetijden plaatste hij de tekst op pilastertjes die de tekst en de lijst van de hoofdminiatuur lijken te ondersteunen. De andere meester die aan de weekgetijden en de Mariagetijden meewerkte, de Meester van de gebedenboeken omstreeks 1500, illustreert eveneens in de marge de verhalen die betrekking hebben op de scène in de hoofdminiatuur.
f120r: Meester van het gebedenboek van Dresden, Christus voor Kaifas
f119v: Meester van het gebedenboek van Dresden, De geboorte van Christus
f166r: Meester van de Bijbel van Lübeck, David in gebed
f83v: Meester van de Bijbel van Lübeck, De H. Johannes op Patmos
Alleen de miniaturen afkomstig van het atelier van Alexander Bening, allen gebaseerd op modellen, zijn nog in de oude stijl van een hoofdminiatuur omringd door een versierde marge in Gent-Brugse stijl. Maar de miniaturen van andere handen in de suffragia zijn ook in diezelfde stijl versierd.
f260v: Gerard Horenbout, De H. Domiicus
f258v: Meester van de Bijbel van Lübeck, De H. Franciscus ontvangt de stigmata
Miniaturen
Hierbij een lijst van de miniaturen in het manuscript.
Kalender
f1v-f7r: Atelier van Gerard Horenbout, 12 bas de page miniaturen met de werken van de maand in de kalender
Gebed tot het heilig gelaat van Christus
f8v: Gerard Horenbout, De kruisweg en de H. Veronica met het zweetdoek
↑Voor het Concilie van Trente (1545-1563) kon elke bisschop het Breviarium opstellen of aanpassen voor zijn eigen diocees en dit werd ook bijna overal gedaan, elke kloosterorde en elk bisdom had zijn eigen Breviarium, vandaar de term ‘voor gebruik in ....’.
↑In vroegere werken (1950) werd dit door T. Kren toegeschreven aan de Meester van Jacobus IV van Schotland in zijn werk van 1997 aan Gerard Horenbout.
↑Door sommige auteurs wordt dit werk toegeschreven aan de Maximiliaan Meester, maar er is consensus om beide met elkaar te vereenzelvigen, zie Illuminating the Renaissance, pp. 190 – 198 en 305 – 308.
↑ abcdef(en) The Spinola Hours in: Illuminating the Renaissance, The Triumph of Flemish Manuscript Painting in Europe, Thomas Kren en Scot McKendrick, ed., the J. Paul Getty Museum, Los Angeles, 1950 heruitgave 2003, pp.414 – 417.
↑(en) Thomas Kren, The Spinola Hours in: Masterpieces of the J. Paul Getty Museum, Illuminated Manuscripts, Los Angeles, the J. Paul Getty Museum, 1997, p. 117.
↑Dives: Latijn voor ‘de rijke man’ werd in de middeleeuwen gebruikt als de naam van de rijke man in het verhaal van Lazarus (Lucas 16: 19-31).