Samenstelling Belgische Senaat 2007-2010De lijst van leden van de Belgische Senaat van 2007 tot 2010. De Senaat telde 74 zetels. Op 10 juni 2007 tijdens de federale verkiezingen werden 40 senatoren rechtstreeks verkozen. Het federale kiesstelsel is gebaseerd op algemeen enkelvoudig stemrecht voor alle Belgen van 18 jaar en ouder, volgens een systeem van evenredige vertegenwoordiging op basis van de methode-D'Hondt, gecombineerd met een districtenstelsel en met een kiesdrempel van 5 %. De feitelijke eedaflegging van de rechtstreeks verkozen senatoren heeft plaatsgevonden op donderdag 28 juni 2007. Bij de eerste eedaflegging lieten reeds 8 senatoren zich vervangen door een opvolger. De eedaflegging gebeurt na het onderzoek van de geloofsbrieven van de senatoren door een commissie met de zeven oudste gekozen senatoren. Die zeven oudste senatoren waren Philippe Moureaux (PS), Francis Delpérée (cdH), Hugo Vandenberghe (CD&V), Etienne Schouppe (CD&V), Philippe Mahoux (PS), Hugo Coveliers (VB-VLOTT) en Philippe Monfils (MR). Anne-Marie Lizin (PS) heeft als langstzittende senator de zitting geleid en werd bijgestaan door de twee jongste senatoren, Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) en Nele Lijnen (Open Vld). De eedaflegging van de gemeenschapssenatoren vond op 5 juli plaats en die van de gecoöpteerde senatoren op 12 juli 2007. Het parlement werd op 6 mei 2010 van rechtswege ontbonden door de stemming van de te wijzigen grondwetsartikels. Op 13 juni 2010 werden 40 nieuwe senatoren verkozen, zij moesten dan samen met de Gemeenschapssenatoren 10 nieuwe gecoöpteerde senatoren aanduiden. Er kunnen ook verschuivingen plaatsvinden bij de gemeenschapssenatoren. Samenstelling![]()
Wijzigingen in fractiesamenstelling:
Lijst van de senatoren
Conflict omtrent Brussel-Halle-VilvoordeHonderden burgers en het college van burgemeester en schepenen van de gemeenten Zemst en Lennik hebben een bezwaar ingediend tegen de organisatie van de verkiezingen. De niet-splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde zou ervoor verantwoordelijk zijn dat niet alle kiezers en kandidaten op dezelfde wijze worden behandeld, en dat dat strijdig is met de grondwet, die de territoriale indeling in taalgebieden, gewesten en gemeenschappen voorschrijft. Er zou discriminatie van de Nederlandse taalgroep tegenover de Franse taalgroep. In de buitengewone zitting van 28 juni 2007[3] van de senaat in plenum, die tevens de openingsvergadering was van de 52 legislatuur, werden deze bezwaren verworpen, met de volgende begronding:
Conflict omtrent toekenning gemeenschaps- of gecoöpteerde senatorenNadat de verkiezingsuitslag voor de rechtstreeks verkozen senatoren vaststond, ontstond er discussie omtrent de toekenning van een gemeenschapssenator of een gecoöpteerd senator voor de LDD. Op basis van preliminarie vaststellingen door de juridische dienst van het Vlaams Parlement werd op maandag 11 juni 2007 eerst gesteld dat LDD in aanmerking kwam voor ofwel één gemeenschapssenator, ofwel één gecoöpteerde senator. De lijst CD&V/N-VA zou, volgens dezelfde berekeningen, aanspraak maken op ofwel twee gemeenschapssenatoren en drie gecoöpteerde senatoren, ofwel op drie gemeenschapssenatoren en twee gecoöpteerde senatoren. Nadien werd deze redenering, bij nader onderzoek door de juridische dienst, bijgesteld. Omdat er, zonder de senatoren van rechtswege mee te rekenen, namelijk drie andere soorten senatoren is de zeteltoewijzing complex. LDD heeft er bij de rechtstreeks verkozenen een van de 25 in de wacht gesleept. De volgende fase, verkozenen 26 tot en met 35, is die van de gemeenschapssenatoren. Het Vlaams Parlement mag er zo 10 aanwijzen. LDD heeft bij de verkiezingen de 34e senator verdiend volgens de Methode-D'Hondt en zou dus, in principe, aanspraak kunnen maken op een gemeenschapssenator. Evenwel, een partij krijgt die alleen, als ze bij de Vlaamse verkiezingen ook zetels heeft gehaald. Aangezien de LDD in 2004 niet deelnam aan de verkiezingen voor het Vlaams parlement, kan dat niet. De fractie van de LDD bestaat immers uit enerzijds Jean-Marie Dedecker, verkozen in 2004 op een VLD/Vivant-lijst, en anderzijds Jurgen Verstrepen en Monique Moens, verkozen in 2004 op Vlaams Blok-lijsten. Het kieswetboek echter definieert een parlementaire fractie in het Vlaams Parlement als de groep gevormd door leden van het parlement, die bij de Vlaamse verkiezingen gekozen zijn op dezelfde lijst. Aangezien LDD formeel niet deelnam aan de Vlaamse verkiezingen van 2004, konden deze personen dan ook geen formele fractie vormen in het Vlaams Parlement maar moeten officieel zetelen als onafhankelijken. Daardoor komen zij nu ook niet als fractie in aanmerking voor extra zetels voor gemeenschapssenatoren. Jean-Marie Dedecker protesteerde hiertegen bij de Senaat. Er wordt echter verwezen naar een precedent in de legislatuurperiode 2003-2007. Toen wilde de sp.a/Spirit-fractie Vlaams parlementslid Jan Roegiers (Spirit) aanduiden als gemeenschapssenator, maar dat ging niet door omdat Roegiers in 1999 op een VU-ID-lijst en niet op een sp.a-lijst verkozen werd in het Vlaams parlement. De gemeenschapssenatorzetel die naar LDD zou moeten gaan, verhuist daardoor naar de Open Vld die aldus twee gecoöpteerde senatoren krijgt. Hierdoor krijgt de CD&V/N-VA-fractie 3 gemeenschapssenatoren en 2 gecoöpteerde senatoren. Voor de overige Vlaamse partijen verandert er niets. Als gevolg daarvan vroeg LDD dan één gecoöpteerde senator, in plaats van een gemeenschapssenator, om alsnog de geest van de kieswet te respecteren. Deze is gebaseerd op het basisprincipe van evenredige vertegenwoordiging. Dat is het basisprincipe, met dien verstande dat de grote lijsten met de toegepaste Methode-D'Hondt al bevoordeeld zijn. Als Dedecker de tweede senaatszetel niet krijgt zou dit technisch nog naar de letter van de wet in orde zijn, maar het botst heftig met de geest van de wet. De Commissie Onderzoek Geloofsbrieven van de senaat moet zich echter nog formeel uitspreken of LDD recht heeft op één gecoöpteerde senator, of niet. De beslissing wordt genomen na 28 juni 2007. De stelling dat LDD geen gecoöpteerde senatorzetel kan krijgen, omdat LDD niet in aanmerking komt voor een gemeenschapsenatorzetel is dus onbeslist. Op 28 juni leggen de rechtstreeks verkozen senatoren de eed af. Aan het einde van de zitting moet de senaatsvoorzitter aankondigen welke fracties in aanmerking komen voor gemeenschapssenatoren. Bij die gelegenheid zal blijken dat LDD in eerste instantie wel recht zou gehad hebben op een gemeenschapssenator, maar er geen kan krijgen omdat de partij niet deelnam aan de Vlaamse verkiezingen. De Commissie Onderzoek Geloofsbrieven moet dan een advies uitbrengen over welke fracties een senator mogen coöpteren. Die commissie bestaat uit de zeven oudste rechtstreeks verkozen senatoren. Er zijn in totaal zes gecoöpteerde senatoren voor de Nederlandse taalgroep. Daarvan zouden er twee gaan naar CD&V/N-VA, telkens één naar sp.a-Spirit en Vlaams Belang. Open Vld heeft recht op minstens één gecoöpteerde senator en twee indien de Commissie Onderzoek Geloofsbrieven beslist dat Lijst Dedecker ook niet in aanmerking komt voor een gecoöpteerd senator. Het Laatste Nieuws bericht dat CD&V en Open Vld het op een akkoordje hebben gegooid om Dedecker ook daarvan uit te sluiten door te stellen dat door het vervallen van de gemeenschapszetel, er geen aanspraak kan gemaakt worden op een gecoöpteerde senator voor LDD. Jean-Marie Dedecker noemt de Commissie Onderzoek Geloofsbrieven dan ook een schijncommissie. Hij stelt: De meerderheid heeft al lang beslist dat de CD&V/N-VA een gemeenschapssenator krijgt en de Open Vld een coöptatiesenator. Dit is een verkrachting van de grondwet. De juridisch advies van de Senaat kan geen uitsluitsel geven over het al dan niet recht hebben van LDD op een gecoöpteerde senator. Naargelang de hiërarchie van de wetten waarvoor men kiest, heeft LDD al dan niet recht op zijn tweede senator. Uiteindelijk beslist de senaat vrijelijk over zijn eigen leden, en conflicten daaromtrent. LDD zou een klacht ingdienen bij het gerecht en proberen om in kort geding alsnog gelijk te halen, indien zij de extra senator mislopen. Hij eist een schadevergoeding van 2 miljoen euro en wordt juridisch bijgestaan door Mr. Matthias Storme. Alhoewel in eerste aanleg de rechtbank zich onbevoegd verklaarde, werd er in beroep beslist dat de rechtbank wel degelijk bevoegd was. De uitspraak ten gronde volgt.
Legende
Externe link
Bronnen, noten en/of referenties
|
Portal di Ensiklopedia Dunia