De zevende etappe was de eerste serieuze test voor de klassementsrenners. De rit bevatte drie geklasseerde beklimmingen: twee klimmen van de derde categorie en een van de eerste categorie, de slotklim. Deze laatste, La Planche des Belles Filles is een klim van bijna zes kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 8,5% met een uitschieter naar 28%.
Aan de voet van de laatste klim, La Planche des Belles Filles was hun liedje uit. Vlak voor het begin van de klim sloeg pech toe voor Jurgen Van den Broeck: hij werd even van het parcours geduwd, waardoor zijn ketting afsprong. Het duurde even om dit weer in orde te krijgen. Dankzij een geweldige inspanning en wat hulp van ploegmaats en bevriende collega's kwam hij terug tot in het zicht van het koppeloton, maar moest toen de tol van zijn inspanning betalen. Op eigen tempo zou hij op zo'n twee minuten van de winnaar over de streep komen. Intussen had Sky ProCycling het initiatief genomen. Onder het tempo van Chris Froome en Bradley Wiggins was het peloton stelselmatig uitgedund tot enkel Cadel Evans, Vincenzo Nibali en Rein Taaramäe nog konden volgen. Evans probeerde net voor de eindstreep nog weg te geraken, maar het was Froome die de zege pakte voor Evans. Wiggins werd beloond met de gele trui.