Resolutie 5 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 5 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties was de vijfde resolutie van de VN-Veiligheidsraad gedurende het eerste jaar van het bestaan van de Raad en de derde resolutie in verband met Iran. Ze werd aangenomen op de veertigste vergadering van de Veiligheidsraad, met tien stemmen voor bij afwezigheid van de Sovjet-Unie. Achtergrond Zie Anglo-Sovjet invasie van Iran voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
In 1941 was de Sovjet-Unie samen met Groot-Brittannië Iran binnengevallen omdat men de sjah verdacht van toenadering tot nazi-Duitsland. Op 29 januari 1942 werd in het Tripartiteverdrag van Alliantie een datum genoemd voor de terugtrekking van de Sovjet-troepen. Desondanks waren de troepen na die datum nog steeds in Iran aanwezig. Met resolutie 3 van 4 april had de Veiligheidsraad besloten de kwestie in verband met de terugtrekking van de Sovjet-Unie uit Iran af te wachten tot 6 mei. De Sovjet-Unie had de Veiligheidsraad toen immers verzekerd dat de terugtrekking gaande was en binnen vijf à zes weken afgerond zou zijn. InhoudOp 6 mei had Iran een rapport ingediend, zoals was gevraagd in resolutie 3, waarin het stelde nog niet in staat te zijn geweest om na te gaan of de USSR reeds een volledige terugtrekking had bewerkstelligd. De Veiligheidsraad besloot daarom:
Verwante resoluties
Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 5 op de Engelstalige Wikisource.
|
Portal di Ensiklopedia Dunia