Resolutie 348 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 348 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 28 mei 1974 aangenomen met veertien stemmen voor en geen tegen. China nam niet deel aan de stemming. AchtergrondIn 1971 eiste het Irak van Saddam Hoessein een paar eilandjes in de Perzische Golf en Khuzestan op, en verbrak de diplomatieke relaties met Iran; toen nog onder sjah Mohammed Reza Pahlavi. Beide landen begonnen ook Koerdische rebellen in het andere land te steunen. In 1974 en 1975 kwam het tot grensconflicten. In 1975 begon Irak een offensief met tanks, maar Irak werd gemakkelijk verslagen door het sterkere Iraanse leger. Daarop bond Irak in en deed dit land een aantal toegevingen aan Iran, dat daarop de steun aan de Koerden beëindigde, formeel met het Verdrag van Algiers. Kort na de Iraanse Revolutie in 1979 zag Saddam Hoessein zijn kans opnieuw schoon en begon de Irak-Iranoorlog, die acht jaar zou duren, aan beide zijden vele slachotoffers zou kosten en waarbij door Irak tevens chemische wapens werden ingezet. InhoudDe Veiligheidsraad:
Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 348 op de Engelstalige Wikisource.
|