Resolutie 1013 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 1013 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties aangenomen op 7 september 1995. De Veiligheidsraad richtte een internationale onderzoekscommissie naar illegale wapentrafieken naar het voormalige Rwandese leger, dat zich sinds de machtswissel in Rwanda verspreid in het Grote Merengebied bevond. Deze commissie, UNICOI genoemd, kwam in 1996 met concrete aanbevelingen, maar deze werden genegeerd. In 1998 werd de commissie gereactiveerd.[1] Achtergrond Zie Rwandese Genocide voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De etnische conflicten in Rwanda en Burundi hadden al honderdduizenden doden gemaakt en voor een enorme vluchtelingenstroom gezorgd, waarvan velen naar buurland Zaïre. Vandaaruit werd de strijd gewoon verder gezet, waardoor de hele regio gedestabiliseerd raakte. InhoudZaïre had voorgesteld een internationale commissie op te richten om wapenleveringen aan het voormalige Rwandese leger te onderzoeken. Door regionale samenwerking konden destabiliserende factoren, zoals illegale wapentrafiek, in het Grote Merengebied voorkomen worden. Er was ernstige bezorgdheid deze schendingen van het wapenembargo tegen Rwanda. Secretaris-generaal Boutros Boutros-Ghali werd gevraagd dringend een internationale onderzoekscommissie op te richten met volgend mandaat:
Die commissie moest worden samengesteld door de secretaris-generaal en bestaan uit vijf tot tien onpartijdige respectabele juridische, militaire en politie-experts. Alle landen en organisaties met informatie werden gevraagd deze over te maken. De secretaris-generaal werd gevraagd binnen de drie maanden na de oprichting te rapporteren over de besluiten van de commissie en kort daarop over zijn aanbevelingen. De betrokken landen werden opgeroepen mee te werken door onder meer:
Verwante resoluties
Bronnen, noten en/of referenties
|
Portal di Ensiklopedia Dunia