Radebrikgronden is een bodemtype binnen het Nederlandse systeem van bodemclassificatie en behoort tot de suborde van xerobrikgronden. Deze subgroep omvat hoger gelegen brikgronden in de Zuid-Limburgse lössgebieden en in laat-pleistocene oude rivierklei-afzettingen.
De B-horizont (briklaag) bevindt zich in deze gronden op 40–50 cm diepte en heeft een egaal bruine kleur. In de bovengrond (A- en E-horizonten) is geen duidelijke nieuwe bodemprofielontwikkeling waar te nemen. Radebrikgronden hebben geen hydromorfe kenmerken in de A-, E- of B-horizonten. Eventuele roestvlekken bevinden zich op grotere diepte.
Het toponiem rade in de naamgeving van deze gronden komt voor in oude ontginningen in het lössgebied.
Schematische profielbeschrijving van een radebrikgrond
Horizont
|
Diepte
|
Omschrijving
|
Ap
|
0–25 cm
|
donker grijsbruine siltige leem, 2% humus; grof kruimelige, afgerond blokkige structuur
|
E
|
25–50 cm
|
bruine siltige leem; afgeronde onregelmatige bodemstructuur
|
Bt
|
50–90 cm
|
donkerbruine tot donker geelbruine siltige leem (hoger % lutum dan in boven- en onderliggende horizonten); onregelmatig blokkige structuur; duidelijk zichtbare klei-inspoeling (kleihuidjes)
|
BC
|
90–110 cm
|
overgangszone met afname in % lutum en minder kleihuidjes dan in Bt horizont
|
C
|
> 110 cm
|
geelbruine tot licht geelbruine siltige leem; grof poreus, sponzige structuur
|
Bronnen, noten en/of referenties
- Bakker, H. de en J. Schelling, 1989 - 2e gew. druk bewerkt door J. Brus en C. van Wallenburg. Systeem voor de bodemclassificatie voor Nederland, de hogere niveaus. Pudoc, Wageningen. [1]