PhiliaPhilia (Oudgrieks: φιλία) is een van de vier Oudgriekse woorden voor liefde: philia, storge, agape en eros. In de Ethica Nicomachea van Aristoteles wordt filia gewoonlijk vertaald als 'vriendschap' of genegenheid. Het tegenovergestelde wordt een fobie genoemd. Aristoteles' visieZoals Gerard Hughes opmerkt, geeft Aristoteles in de boeken VIII en IX van zijn Ethica Nicomachea voorbeelden van philia, waaronder:
Al deze verschillende voorbeelden van relaties houden in dat je prima met iemand overweg kunt, hoewel Aristoteles soms suggereert dat er iets nodig is dat meer op daadwerkelijke sympathie lijkt. Wanneer hij het heeft over het karakter of de instelling die valt tussen onderdanigheid of vleierij aan de ene kant, en norsheid of ruziezucht aan de andere kant, zegt hij het volgende over deze situatie:
Deze passage geeft ook aan dat, hoewel breed, het begrip filia wederzijds moet zijn, en dus relaties met levenloze objecten uitsluit, hoewel filia met dieren, zoals huisdieren, is toegestaan (zie 1155b27–31), hoewel het overweegt dat levenloze objecten ook ‘levenloos lief kunnen hebben’. In zijn Retorica definieert Aristoteles de activiteit die betrokken is bij filia (τὸ φιλεῖν) als:
John M. Cooper stelt dat dit aangeeft:
Aristoteles ziet filia als noodzakelijk als een middel tot geluk ("niemand zou ervoor kiezen om zonder vrienden te leven, ook al had hij alle andere goederen" [1155a5 – 6]) en als nobel of fijn (καλόν) op zichzelf. Soorten vriendschappenAristoteles verdeelt vriendschappen in drie types, gebaseerd op het motief om ze te vormen: nuttige vriendschappen, pleziervriendschappen en vriendschappen van het goede. Nuttige vriendschappenNuttige vriendschappen zijn relaties die ontstaan, zonder rekening te houden met de ander. Voor het kopen van koopwaar kan bijvoorbeeld een ontmoeting met een andere persoon nodig zijn, maar meestal slechts een zeer oppervlakkige relatie tussen de koper en de verkoper nodig. In het moderne Nederlands zouden mensen in zo'n relatie niet eens vrienden worden genoemd, maar kennissen. De enige reden dat deze mensen communiceren, is om dingen te kopen of verkopen. Op zich is dat geen slechte zaak, maar zodra die motivatie weg is, verdwijnt ook de relatie tussen de twee mensen, tenzij er een andere motivatie wordt gevonden. Klachten en ruzies ontstaan doorgaans alleen in dit soort vriendschappen. PleziervriendschappenOp het volgende niveau zijn pleziervriendschappen, gebaseerd op genot in het gezelschap van andere mensen. Mensen die samen drinken of een hobby delen, kunnen zulke vriendschappen hebben. Deze vrienden kunnen ook echter uit elkaar gaan, als ze niet langer genieten van de gedeelde activiteit, of er niet langer samen aan kunnen deelnemen. Vriendschappen van het goedeVriendschappen van het goede zijn vriendschappen waarbij beide vrienden genieten van elkaars karakters. Zolang beide vrienden dezelfde karakters behouden, zal de relatie voortduren. Het motief achter de vriendschap is de zorg voor de vriend. Dit is het hoogste niveau van filia, en zou in het moderne Nederlands echte vriendschap genoemd kunnen worden. Niet alle banden van filia brengen wederkerigheid met zich mee, merkt Aristoteles op. Enkele voorbeelden hiervan zijn de liefde van vader tot zoon, van ouder tot jongere of van heerser tot onderdaan. Over het algemeen zijn de banden van filia echter wederkerig en zelfs symmetrisch. Als filia een vorm van liefde is, heeft Thomas Jay Oord betoogd dat het zo moet worden gedefinieerd, dat het de liefde niet tegenspreekt. Oord definieert filia als een opzettelijke reactie, om het welzijn te bevorderen bij het samenwerken met of vriendschap sluiten met anderen. Zijn philia heeft niet alleen die betekenis. Philia geeft mensen ook authentieke vriendschap. Referenties |
Portal di Ensiklopedia Dunia