Oscar van Hemel
Ludovicus Oscar van Hemel (Antwerpen, 3 augustus 1892 - Hilversum, 9 juli 1981) was een Nederlands componist van Belgische afkomst.[1] PersoonlijkHij was zoon van muziekbestuurder Carolus van Hemel en Elisabeth Carolina Dymphna Borghmans. Van Hemel was gehuwd met de onderwijzeres Anna Johanna (Anneke) Wouters (1899-1980). Zij hadden een groot gezin met elf kinderen: zeven dochters en vier zonen. Een van de dochters, de CDA-politica Virginie Korte-van Hemel, was staatssecretaris van Justitie van 1982 tot 1989. Onder de kleinkinderen van Oscar van Hemel bevindt zich onder meer violiste Muriël van Hemel. Twee leden van de band My Baby, broer en zus Joost en Cato van Dijck zijn achterkleinkinderen van Van Hemel. Hij werd in 1962 benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau.[2] Bergen op Zoom heeft een Oscar van Hemelpark; Deventer een Oscar van Hemelhof (in de componistenbuurt). LevensloopHij werd opgeleid door onder meer August de Boeck en Lodewijk Mortelmans aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium in zijn geboorteplaats. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak week hij uit naar Nederland en werd violist in het orkest van de toenmalige Nederlandsche Opera in Amsterdam. In 1918 werd hij muziekleraar in de vakken viool, piano en muziektheorie aan de Gemeentemuziekschool in Bergen op Zoom. In de jaren 1930-33 studeerde hij compositie bij Willem Pijper, die grote invloed uitoefende op zijn componeerstijl. Aan hem droeg hij zijn eerste vioolsonate op. Van 1948 tot 1955 was hij docent aan het Brabants Conservatorium in Tilburg. Vanaf 1949 woonde hij in Hilversum. Van Hemel was ook muziekrecensent bij de Gooi- en Eemlander en De Maasbode. Ook nam hij vaak zitting in jury's bij concoursen voor harmonie- en fanfareorkesten en voor koren. CompositiesDe musicoloog Jos Wouters beschreef de symfonische werken van Van Hemel als volgt: "Een krachtige, opvallende opbouw van de thema's en een kleurrijke harmonie, die eigenlijk altijd de aantrekkingskracht hebben van een geordende tonaliteit, samen met bi- en multitonale geluidscomplexen, zijn factoren, die zijn muzikale denken beheersen".[3] Een andere muziekwetenschapper, Leo Samama, schreef: "De muziek is herkenbaar persoonlijk en tegelijk in veel gevallen weinig interessant, weinig fantasievol. Alsof een handvol muzikale basisgedachten, op bijna gelijkluidende wijze uitgewerkt, steeds weer tot nieuwe composities heeft geleid" (...) Niet alleen ritmisch en metrisch is de muziek van Oscar van Hemel vaak nogal stram en dor, ook in melodische zin lijkt het of Pijpers kortademigheid niet als uiting van innerlijke gevoelens, van de eigen psyche, aangewend wordt, maar als een aangeleerd stijlmiddel".[4] Wouter Paap meldde in de Algemene Muziek Encyclopedie: "Zijn Vlaamse herkomst is in zijn muziek steeds bespeurbaar gebleven door haar spontane zangerigheid, haar vaak bruisende energie, haar markante ritme en speelse ontwikkeling van het thematisch materiaal".[5] WerkenVan Hemels oeuvre omvat symfonieën, acht concerten, kamermuziek (o.a. zes strijkkwartetten), schoolmuziek, strijktrio's, werken voor piano en voor blaasinstrumenten), liederen, koorwerken, opera's (Viviane, 1950 en De Prostituée, 1978), beiaardcomposities, muziek voor harmonie en fanfare en voor film en hoorspel. Wouter Paap haalde voor zijn artikel in de Algemene Muziek Encyclopedie een flink aantal werken aan waaronder
Discografie[6]
Prijzen
Literatuur
Bronnen, noten en/of referenties
|