In 1921/22 werd het zestiende voetbalkampioenschap gespeeld dat georganiseerd werd door de Noord-Duitse voetbalbond.
Nadat het voorgaande seizoen al de regionale competities vervangen werden door de Nord- en Südkreis werden deze dit jaar uitgebreid met nog een Ost- en Westkreis. Deze vier groepen werden na dit seizoen opgeheven. Voor de clubs uit Hamburg en omgeving werd er dit seizoen al gestart met een eigen competities. De andere clubs die over de vier overige competities verdeeld werden zouden een jaar later volgen.
Hamburger SV werd kampioen en plaatste zich zo voor de eindronde om de Duitse landstitel. Na winst tegen Titania Stettin en Wacker München plaatste de club zich voor de finale tegen 1. FC Nürnberg. De eerste wedstrijd van de finale eindigde op 2-2 na drie uur en negen minuten toen de wedstrijd gestaakt werd door invallende duisternis. In de replay, zeven weken later, stond het na de reguliere speeltijd 1-1 gelijk. Nürnberg speelde nog maar met acht man (één rode kaart en twee blessures). Toen in de eerste verlenging een tweede speler van het veld gestuurd werd en Nürnberg nog maar met zeven was floot scheidsrechter Peco Bauwens de wedstrijd na de eerste verlenging af. Volgens de regel mocht er geen tweede verlenging meer komen als één partij nog maar zeven spelers telde.
In november reikte de DFB de titel uit aan HSV die ze uiteindelijk weigerde. Tot op heden houdt de club vol dat het dat deed op aandringen van de bond maar de werkelijke achtergrond zal voor altijd onbekend blijven.