Het Nederlands Olympisch elftal speelde de eerste ronde tegen Roemenië: deze wedstrijd werd overtuigend met 6-0 gewonnen, waarna Nederland in de kwartfinale Ierland trof. Deze wedstrijd werd ook gewonnen, met 2-1 ditmaal, in de verlenging. In de halve finale ontmoette Nederland Uruguay. Uruguay was de verrassing van het toernooi, maar toch wist Nederland het het Zuid-Amerikaanse land knap lastig te maken: Nederland stond zelfs een tijd aan de leiding, maar na een omstreden penalty wegens vermeend hands van Evert van Linge eindigde de wedstrijd in 1-2. In de troostfinale werd gespeeld tegen Zweden, dat de andere halve finale had verloren van Zwitserland. De eerste wedstrijd eindigde in een 1-1 gelijkspel, waarna Nederland de replay met 1-3 verloor.[1]