Hij was de zoon van een franquistischcollaborateur. Op vijftienjarige leeftijd verhuist de familie van Madrid naar Barcelona waar hij het grootste deel van zijn leven zal doorbrengen. Als adolescent militeert hij in de jeugdafdeling van de fascistischeFalange Española en de officiële eenheidsvakbond Sindicato Español Universitario (SEU). Met twee studiegenoten zoekt hij desondanks contact met een clandestiene anarchistische organisatie. Dit complot wordt ontdekt en hij wordt door de falangisten van de SEU ter dood veroordeeld. Het vonnis wordt nooit uitgevoerd omdat Pablo Porta (de latere voorzitter van de Koninklijke Spaanse Voetbalfederatie) die de opdracht gekregen heeft, deze op de lange baan schoof om niemand te moeten doden.[2] Hier eindigt het falangisme van Sacristán.
In zijn filosofische werk geeft hij hevige kritiek op het antirationalisme van Martin Heidegger en streeft hij er naar met logisch en rationeel denken het existentialisme te overstijgen. Hij streefde naar formele logica en was zeer kritisch tegenover het sterk theologischethomisme dat aan de nationaalkatholieke Spaanse universiteiten de verplichte leer was. Volgens hem moet de filosofie op grondbeginselen uit de positieve wetenschappen steunen en een multidisciplinaire aanpak hebben. Hij is zeer kritisch tegenover het gnoseologische denken van Lenin, Gramsci en Lukács aan wie hij gebrek aan wetenschappelijke grondbeginselen en formele logica verwijt.
Vanaf 1956 werd hij hoogleraar in Barcelona waar hij grondbeginselen van de filosofie en methodologie der wetenschappen doceerde. In 1965 werd hij wegens zijn communistische sympathieën ontslagen. Pas na de dood van Francisco Franco in 1975 en het einde van de dictatuur wordt hij gerehabiliteerd en krijgt hij opnieuw de leerstoel methodologie.
Hij was niet alleen een academisch theoreticus, maar ook in de praktijk zeer begaan met een ethische omgang die gebiedt zich tegen het maatschappelijke kwaad te verzetten. Hij stond aan de kant van de zwakkeren, de vernederden en de vervolgden. Onder invloed van het werk van Simone Weil kwam hij tot het besluit dat het onheil in de wereld niet alleen een gevolg is van de klassenstrijd.[4] In het midden van de jaren 1960 neemt hij afstand van het communisme en kwam tot de conclusie dat het marxisme niet functioneerde. De blinde toepassing van dogmatische principes van welke origine ook, past niet met zijn wetenschappelijke instelling, dat niets helemaal zeker is en elke waarheid voorlopig. Hij zocht toenadering tot de ecologische en pacifistische bewegingen en vond toenadering met het anarchisme en het feminisme.
Zowel intellectueel als moreel moet je leren leven zonder een volledig en afgerond beeld of «concept» van de «wereld» of het «zijnde» of het «Opperwezen».[5]
Ter nagedachtenis aan zijn werk draagt het centrum volwassenenonderwijs van de Comissió obrera Nacional de Catalunya zijn naam.[6] In 1996 schonk zijn familie zijn rijke bibliotheek met 3041 werken aan de Universiteit van Barcelona.[7][8]
Werken (keuze)
Las ideas gnoseológicas de Heidegger.(es) (doctoraatsthesis) 1958
Introducción a la lógica y al análisis formal.(es) 1964
La formación del marxismo en Gramsci. (es) 1967
Lenin y el filosofar.(es) 1970
El lloc de la filosofia en els estudis superiors.(ca) 1967
Tres conferències sobre la universitat i la divisió del treball.(ca) 1970-71
Pacifismo, ecología y política alternativa.(es) (1987)
↑Francisco Buey, geciteerd in: "Manuel Sacristán, rigor en tempo's oscuros"
↑Manuel Sacristán, Sobre el lloc de la filosofia en els estudis superiors, geciteerd in Wikiquote
↑"Una mica de història. op de webpagina van het Centre de Formació d'Adults Manuel Sacristán
↑Biblioteca Manuel Sacristán op de webpagina van het Centre de Recursos per a l'Aprenentatge i la Investigació (CRAI) van de Universiteit van Barcelona. Gearchiveerd op 11 augustus 2016.