Mac Curtis
Mac Curtis (Fort Worth (Texas), 16 januari 1939 – Weatherford (Texas), 6 september 2013) was een Amerikaanse country- en rockabillyzanger,[1] wiens carrière begon in het begin van de jaren 1950 en duurde tot kort voor zijn dood.[2] BiografieMac Curtis groeide op bij zijn grootouders. Ze hadden een boerderij in Olney (Texas), waar hij al vroeg meehielp. Hij kocht zijn eerste gitaar op 12-jarige leeftijd en leerde spelen bij een buurman. Kort daarna nam hij deel aan een talentenjacht waarin hij als tweede eindigde en naar eigen zeggen $15 verdiende. In 1954 verhuisden Curtis en zijn grootouders naar Weatherford, Texas. Daar speelde hij in zijn vrije tijd met zijn schoolvrienden Jim en Ken Galbraith. Samen noemden ze zichzelf The Country Cats. In hun repertoire namen ze voornamelijk liedjes van Eddy Arnold op. Op zaterdagavond luisterden ze regelmatig naar de Big D Jamboree[3], uitgezonden vanuit het nabijgelegen Dallas. Gedurende deze tijd werd Curtis beïnvloed door de rhythm-and-blues. Hij luisterde vaak naar platen van de zwarte artiest Piano Red en na een concert op school begon het trio voor geld in het openbaar op te treden. Vanaf 1954 was Elvis Presley een regelmatige gast van de Big D Jamboree. Presley overtuigde Curtis en zijn twee vrienden snel van zijn nieuwe rockabilly-geluid en kort daarna voegde zich een drummer bij Curtis' band. Na een concert in Fort Worth in 1955 werden Curtis en zijn band bemiddeld door de zwarte DJ Big Jim Randolph bij King Records, waar Curtis tekende. Zijn eerste sessie vond plaats op 1 april 1956 in de studio van Jim Beck met The Country Cats. In hetzelfde jaar kwam zijn eerste single If I Had Me A Woman uit. Curtis' latere publicatie Granddaddy's Rockin' en You Ain't Treatin' Me Right gaven hem de kans om samen met bekende rockabilly-artiesten te verschijnen in de New York Christmas Rock'n'Roll Revue. Ondertussen hadden de gebroeders Galbraith de band verlaten, omdat ze niet in het contract waren opgenomen. Ze werden vervangen door Bill Hudson (gitaar) en Kenny Cobb (bas). Nadat Curtis in 1957 afstudeerde, kreeg hij zijn eigen radioshow bij het radiostation KZEE. Maar toen werd Curtis opgeroepen voor het leger en de oproep onderbrak zijn carrière. Curtis werd tijdens zijn militaire dienst voornamelijk ingezet in Seoul, Korea. Hij verscheen ook als muzikant op het American Forces Network. Na zijn ontslag in 1960 vond hij een heel andere muziekmarkt, de hoogtijdagen van rockabilly waren lang voorbij. In de daaropvolgende jaren zou hij echter nationaal succes hebben als presentator van landelijke radiostations. Na enkele singles bij kleine labels had hij eind jaren 1960 een platencontract bij Epic Records en speelde hij met countrysterren als Lynn Anderson, George Morgan en Bob Luman. Zijn muziekstijl was nu teruggekeerd naar country. In 1968 kwam zijn album The Sunshine Man op #35 in de country album charts. De rockabilly-revival van de jaren 1970 zorgde ervoor dat Curtis ook succes had met rockabilly.[4] In 1971 was Curtis naar Los Angeles verhuisd, waar hij Ronnie Weiser ontmoette. Samen met Ray Campi tekende hij bij Weisers Rollin' Rock label, dat gespecialiseerd was in rockabilly. In 1977 ging Curtis op tournee door het Verenigd Koninkrijk. Verdere optredens in Europa volgden en Curtis werd een idool van de Europese rockabilly-fanbase. In de jaren 1980 en 1990 reisde Curtis regelmatig naar Engeland, om daar op te treden. In 1988 bracht hij samen met The Rimshots het album Rockabilly Ready uit in Japan. Mac Curtis werd opgenomen in de Rockabilly Hall of Fame[5] vanwege zijn verdiensten voor rockabilly-muziek. OverlijdenMac Curtis overleed in september 2013 op 74-jarige leeftijd. DiscografieSingles
Albums
Externe linksBronnen, noten en/of referenties
|
Portal di Ensiklopedia Dunia