Maarten Doorman is helft van een tweeling. Hij bezocht het Baarnsch Lyceum, waar zijn beide ouders als leraar werkten.[1] Na een overbruggingsjaar studeerde hij filosofie en letteren in Amsterdam. Hij promoveerde in 1994 in Maastricht op het proefschrift Steeds mooier: over vooruitgang in de kunst. In 1985 debuteerde hij met de dichtbundel Weg, wegen. Doorman was redactielid van Hollands Maandblad, van De Tweede Ronde en van het filosofische tijdschrift KRISIS. Hij was een vast panellid in het VPRO tv-programma Zeeman met Boeken. Hij schreef o.a. voor de Volkskrant, De Groene Amsterdammer en Filosofie Magazine. Zijn poëzie verscheen in een groot aantal bloemlezingen.
Doorman werd in 2000 benoemd tot bijzonder hoogleraar Literaire Kritiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam. In 2004 volgde zijn benoeming tot bijzonder hoogleraar Journalistieke Kritiek van Kunst en Cultuur aan de Universiteit Amsterdam (tot 2014), sinds 2016 is hij bijzonder hoogleraar Historische Cultuur van Duitsland aan de Vrije Universiteit.[2] Doorman publiceerde wetenschappelijk en in de vorm van essays, recensies en andere artikelen over een breed scala van onderwerpen: o.a. over beeldende kunst, (ideeën-)geschiedenis, literatuur, politiek engagement en de canon.
Bibliografie
Weg, wegen (poëzie) 1985
Het gelijk van de vismarkt (poëzie) 1988
Elk beest zijn vet (verhalen) 1991
De daken op (poëzie) 1991
Denkers in de ring (filosofische bloemlezing, met Willem Visser) 1993, 6e druk 2004
Steeds mooier: Over vooruitgang in de kunst (handelseditie proefschrift) 1994, 5e druk 2005
Afstandsbediening van katoen (poëzie) 1995
Doorgaan in wetenschap (essay) 1996
Grensvervaging in de kunst (essay) 1997
Het scherm der verbeelding (met Michaël Zeeman, bundel opstellen met diverse auteurs)
Filosofen van deze tijd 2000, 16e druk 2021
Kloppend heden (poëzie) 2000
De vrede graast zonder genade (inaugurele rede) 2001