Lodewijk werd op 20 december 1761 gedoopt te Den Haag.[4] Door het overlijden van zijn oudste broer George Willem Belgicus op 27 mei 1762 werd Lodewijk erfprins van het vorstendom Nassau-Weilburg. Hij werd in 1765 benoemd tot kolonel van het Overijsselseregimentcavalerie.[8] Zijn moeder noemde hem sindsdien in haar brieven schertsend «Colonel Lutz».[8] Lodewijk werd in 1767 benoemd tot proost van Sint-Jan te Utrecht. Hij overleed enkele dagen nadat hij plotseling ziek was geworden,[8] en werd begraven in de gereformeerde kerk te Kirchheimbolanden.
Stamboom
Stamboom Willem Lodewijk Karel van Nassau-Weilburg (1761-1770)
↑De roepnaam Lodewijk wordt bevestigd door de brieven van hemzelf en zijn moeder geciteerd in Naber (1910). Daaruit blijkt ook dat zijn koosnaam «Lutz» was. Medieval Lands - Nassau noemt hem Willem Lodewijk Karel Flamand. Dek (1970) en Van der Venne & Stols (1937) noemen hem Willem Lodewijk Karel. Huberty et al. (1981) noemt hem Willem. Gearchiveerd op 30 juli 2023.
↑Huberty (1981) et al.: “Freytag von Loringhoven en Dek (1970) zeggen, ten onrechte, overleden op 26-4-1770. Zie twee kennisgevingen in het Staatsarchiv te Wiesbaden (130II 2337) en een derde in het Staatsarchiv te Marburg (4f. Nass. Weilb. 196). Alle drie zijn gedateerd te Kirchheim 16-4 en stellen het overlijden ‘heute früh zwischen 5 u. 6 Uhr’.” Medieval Lands - Nassau vermeldt ook Kirchheim, 16 april 1770. Naber (1910) vermeldt Kirchheimbolanden, 16 april 1770. Van der Venne & Stols (1937) vermeldt 26 april 1770. Gearchiveerd op 30 juli 2023.