Dit is de lijst van de staatshoofden van Georgië vanaf 1918. Sinds 1991 kent Georgië een president als staatshoofd, met een onderbreking van drie jaar tussen 1992 en 1995.
Staatshoofden
De onderstaande lijsten geven een overzicht van de Georgische staatshoofden in hun grondwettelijke of feitelijke functie, tijdens de Democratische Republiek Georgië (1918–1921), de Georgische Socialistische Sovjetrepubliek (1921–1991) en de republiek Georgië (vanaf 1991). Voor het regeringshoofd (1918-1921 en sinds 1991), zie premier van Georgië.
Democratische Republiek Georgië (1918 - 1921)
De Democratische Republiek Georgië kende een parlementair systeem zonder president. De onafhankelijkheidsverklaring van 1918 regelde een tijdelijke regering als uitvoerende macht, met een parlementaire wetgevende macht waar de regering verantwoording aan was verschuldigd. Na de verkiezingen in 1919 voor een grondwetgevende vergadering, werd de bestaande praktijk waarbij de voorzitter van de regering (premier) de hoogste staatsvertegenwoordiger was, in 1921 in een grondwet verankerd.[2]
Democratische Republiek Georgië (in ballingschap 1921 - 1954)
Na de invasie van het Rode Leger in februari 1921 vluchtte de regering kort voor de val van Tbilisi op 25 februari naar Koetaisi en Batoemi waar het nog enkele weken zetelde om zich daarna in ballingschap in het Franse Leuville-sur-Orge te vestigen. De regering hield in 1954 op te bestaan, nadat de voormalige minister van buitenlandse zaken van de republiek, Evgeni Gegetsjkori, kort na Noë Zjordania ook overleed.
# |
Voorzitter van regering in ballingschap |
Ambtstermijn |
Partij
|
1 |
|
Noë Zjordania (1868–1953) |
18 maart 1919 |
11 januari 1953 |
Sociaaldemocratische Partij
|
2 |
|
Evgeni Gegetsjkori (1881–1954) |
11 januari 1953 |
5 juni 1954 |
Sociaaldemocratische Partij
|
Georgische Socialistische Sovjetrepubliek (1921 - 1991)
Vanaf 1922 was de Uitvoerend Secretaris, en vanaf 1924 de Eerste secretaris van het Centraal Comité van de Georgische Communistische Partij verantwoordelijk voor het leiderschap over de Georgische Socialistische Sovjetrepubliek. De Georgische sovjetrepubliek was van maart 1922 tot december 1936 opgenomen in de Transkaukasische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek en was via deze federatie onderdeel van de Sovjet-Unie. Tussen 1921 en 1991 had de Georgische SSR 16 leiders. Hieronder bevonden zich later bekende namen uit de Sovjetgeschiedenis zoals Lavrenti Beria en de Sovjet-buitenlandminister Edoeard Sjevardnadze. De langst dienende Eerste Secretaris was Vasili Mzjavanadze die de rol 19 jaar vervulde van 1953 tot 1972. In 1990 werd de voorzitter van de Hoge Raad, het latere Parlement van Georgië, de leider van de sovjetrepubliek tot het presidentschap in 1991 ingevoerd werd. Zviad Gamsachoerdia was de laatste leider van de Sovjetrepubliek en de eerste president van het onafhankelijke Georgië.
Republiek Georgië (vanaf 1991)
Georgië koos op 26 mei 1991 Zviad Gamsachoerdia tot eerste president nadat het op 9 april 1991 de onafhankelijkheid had verklaard als Republiek Georgië. Het parlement, de Hoge Raad, had op 14 april de functie van president ingevoerd en parlementsvoorzitter Gamsachoerdia op die plek benoemd. Een bloedige staatsgreep maakte al na negen maanden een eind aan het presidentschap van Gamsachoerdia en kwam de functie voor drie jaar te vervallen. Edoeard Sjevardnadze werd na een transitieperiode in oktober 1992 tot voorzitter van het parlement gekozen in een directe verkiezing, en daarmee tot staatshoofd, tot het presidentschap onder een nieuwe grondwet heringevoerd werd in 1995.
Zie ook
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ (ka) Grondwet Democratische Republiek Georgië 1921. Legislative Herald of Georgia (21 februari 1921). Geraadpleegd op 3 januari 2023.
- ↑ Artikel 70, grondwet Democratische Republiek Georgië.[1]
- ↑ Herkozen op 12 maart 1919.
- ↑ Na de verkiezingen van 1990 voor de Hoge Raad (voormalige Opperste Sovjet) verplaatste de leiding over de republiek van de Eerste Secretaris van de Communistische Partij naar de voorzitter van de Hoge Raad.
- ↑ Het presidentschap werd op 14 april 1991 ingevoerd, enkele dagen na de onafhankelijkheidsverklaring, en 6 weken voor de eerste presidentsverkiezingen die door Gamsachoerdia gewonnen werden.