LevensverzekeringEen levensverzekering is een verzekering die verband houdt met het leven of de dood van de mens, of met de verzorging van de uitvaart van de mens. Een ongevallenverzekering is in de meeste landen géén levensverzekering (zie onder andere artikel 7:975 BW). Een levensverzekering kan uitkeren bij overlijden van de verzekerde, al dan niet voor een bepaalde datum, of juist bij in leven zijn van de verzekerde op een bepaalde datum. Een levensverzekering kan ook een mengvorm van beide zijn, er wordt dan zowel uitgekeerd bij in leven zijn als bij eerder overlijden. Tot slot kan een levensverzekering een periodieke uitkering geven zolang de verzekerde in leven is of juist vanaf het moment dat de verzekerde komt te overlijden. Nederland Juridische aspecten omtrent levensverzekeringen staan beschreven in het artikel verzekeringsrecht
Redenen om een levensverzekering af te sluiten
SchuldaflossingEen levensverzekering is in het verleden[(sinds) wanneer?] in Nederland onder voormalige fiscale regels vaak afgesloten als onderdeel van een levenhypotheek. De verzekering wordt dan aangewend om op de einddatum van de hypotheek de schuld in één keer af te lossen. De verzorging van de nabestaanden te garanderenDoorgaans zijn dit overlijdensrisicoverzekeringen. Dergelijke verzekeringen keren bij het overlijden van de verzekerde een vast bedrag uit, waardoor de verzorging van nabestaanden enigszins gegarandeerd wordt. Een inkomen voor de oude dag te garanderenEen levensverzekering wordt vaak afgesloten als aanvulling op de AOW. Er is dan vaak sprake van een pensioen of een lijfrenteverzekering, maar in principe is elke verzekeringsvorm die uitkeert bij in leven zijn geschikt. Sparen voor toekomstige lastenEen goed voorbeeld is de studie van kinderen. Er is dan sprake van een studieverzekering. Een studieverzekering wordt vaak vlak na de geboorte van het kind afgesloten, en keert bijvoorbeeld uit op de 18e verjaardag. OnderverdelingLevensverzekeringen kunnen op diverse manieren worden ingedeeld. De volgende indelingen zijn gebruikelijk:
Indeling naar sectorBij indeling naar sector wordt de volgende onderverdeling gemaakt:
Individuele verzekeringenVerzekeringen die per stuk gesloten worden en geen onderling verband hebben. VolksverzekeringenVolksverzekeringen zijn de echte volksverzekeringen, zoals bekend uit de sociale zekerheid. Daarnaast wordt de uitvaartverzekering van oudsher als volksverzekering gezien. Volks- en uitvaartverzekeringen vallen buiten dit artikel. zie verder bij volksverzekering
zie verder bij uitvaartverzekering
Collectieve verzekeringenCollectieve verzekeringen zijn bijvoorbeeld pensioenen. Er is dan één ‘moederpolis’ (het mantelcontract) waaraan de diverse individuele contracten hangen. Collectieve verzekeringen vallen buiten dit artikel. zie verder bij pensioen
SpaarkassenBij een spaarkas stortten de deelnemers een bepaald bedrag in de kas. Bij overlijden wordt niks uitgekeerd. Op de vooraf afgesproken einddatum wordt het geld (uiteraard vermeerderd met rente of de beleggingsresultaten) in de kas verdeeld over de levenden. Aangezien een spaarkas een heel apart soort levensverzekering is, wordt deze verzekeringsvorm verder beschreven bij het artikel spaarkas
Indeling naar verzekeringsvormBij indeling van de individuele verzekeringen naar verzekeringsvorm zijn twee mogelijkheden: Moment van uitkeren
Soort uitkering
Aan de hand van de onderverdeling naar verzekeringsvorm worden de levensverzekeringen verder besproken. Soorten levensverzekeringen
KapitaalverzekeringEen kapitaalverzekering voorziet in een eenmalige uitkering wanneer het overeengekomen onzekere voorval (leven of overlijden) zich voordoet. voor een nadere omschrijving van het begrip onzeker voorval zie verzekering
Kapitaalverzekering bij leven Zie kapitaalverzekering voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Deze verzekering voorziet in een eenmalige uitkering wanneer de verzekerde op de afgesproken datum in leven is. Bij eerder overlijden volgt in principe geen uitkering. Dit kan echter wel worden meeverzekerd. Als deze relatief substantieel is spreekt men van een kapitaalverzekering bij leven en bij overlijden, zie onder. Kapitaalverzekering bij overlijden of overlijdensrisicoverzekeringKapitaalverzekeringen bij overlijden worden doorgaans overlijdensrisicoverzekeringen genoemd. Laatstgenoemde term wordt in dit artikel toegepast. Overlijdensrisicoverzekeringen kennen drie varianten:
Vanaf het moment van overlijden is geen premie meer verschuldigd. Kapitaalverzekering bij leven en bij overlijdenDeze verzekering voorziet in een uitkering op de afgesproken einddatum indien de verzekerde in leven is én in een uitkering bij het overlijden van de verzekerde. Het moment van de uitkering is afhankelijk van hetgeen overeengekomen is. Evenals bij overlijdensrisicoverzekeringen wordt er doorgaans direct bij overlijden uitgekeerd. Er bestaat ook de mogelijkheid voor een verzekering op vaste termijn. Een kapitaalverzekering bij leven en overlijden op vaste termijn keert dus áltijd uit op de afgesproken datum. Vanaf het overlijden van de verzekerde is ook hier geen premie meer verschuldigd. RenteverzekeringIn tegenstelling tot een kapitaalverzekering voorziet een renteverzekering niet in een eenmalige uitkering, maar in een uitkering in termijnen. Bij renteverzekeringen zijn erg veel varianten mogelijk. In dit artikel blijven de varianten beperkt tot de meest gangbare, te weten:
Uitgestelde lijfrenteverzekeringDe betaalde premies worden op de einddatum periodiek uitgekeerd, voor zover de verzekerde op de einddatum nog in leven is.. Direct ingaande lijfrenteverzekeringDe betaalde koopsom (is altijd een eenmalig bedrag) wordt periodiek uitgekeerd. De periodieke uitkeringen kunnen na een bepaalde, afgesproken, periode eindigen (bijvoorbeeld na 10 jaar) of doorlopen tot overlijden van de verzekerde. Direct ingaande lijfrenteverzekeringen kunnen alleen afgesloten worden door middel van een koopsompolis. Dit betekent dat het totale bedrag ineens betaald dient te worden, in tegenstelling tot een periodieke premiebetaling. ErfrenteverzekeringDeze verzekering keert juist uit bij overlijden van de verzekerde. Deze verzekering voorziet in een (vooraf overeengekomen) periodieke uitkering voor de voorziening van de nabestaanden. Beleggen of sparenVoor verzekeringen die voorzien in een uitkering bij ‘in leven zijn’ bestaat de mogelijkheid te kiezen uit een spaarverzekering of een beleggingsverzekering. SpaarverzekeringBij een spaarverzekering vergoedt de verzekeraar een vaste rente over de ingelegde premies. Op enkele uitzonderingen na is deze rente op dit moment[(sinds) wanneer?] 3%. De rente staat voor de hele looptijd van de verzekering vast. Naast de rente vergoedt de verzekeraar ook zogenoemde winst. De winst is niet vergelijkbaar met de bedrijfseconomische winst. De winst in de zin van een levensverzekering is, kort samengevat, afhankelijk van het volgende. Bij de vaststelling van de premie van een levensverzekering gaat de verzekeraar uit van drie grondslagen:
De verzekeraar berekent aan de hand van deze grondslagen de premie. In de premie is geen onderdeel ‘winst’ opgenomen. De verzekeraar reserveert dus geen deel van de premie voor zichzelf. De verzekeraar behaalt zijn winst uit het gunstiger berekenen van de grondslagen. Als voorbeeld interest: De verzekeraar weet dat hij 4% rente kan ontvangen. Bij de berekening van de premie gaat de verzekeraar echter uit van 3%. 1% is dan de winst voor de verzekeraar. Ook bij de grondslagen sterfte en kosten wordt deze methodiek toegepast. De verzekerde deelt mee in deze winst van de verzekeraar, waardoor het rendement uit kan komen op bijvoorbeeld 4 of 5%. BeleggingsverzekeringBij een beleggingsverzekering worden de ingelegde premies belegd in beleggingsfondsen. De beleggingsfondsen waarin wordt belegd zijn naar keuze van de verzekeringnemer. Bij bepaalde beleggingsfondsen met een laag risico geeft de verzekeraar vaak een garantierendement van bijvoorbeeld 2,5%. Het spreekt voor zich dat beleggen bepaalde risico’s met zich meebrengt. Beleggingsverzekeringen staan alweer enige tijd onder druk. Dit heeft in de media de naam ‘Woekerpolisaffaire’ meegekregen. zie verder bij woekerpolis-affaire
Periodieke premie of koopsomDoorgaans betaalt de verzekeringnemer de premie periodiek, bijvoorbeeld per maand of per jaar. De premie kan ook in één keer worden voldaan (dit heet een koopsom). Een combinatie is ook mogelijk: er wordt bij aanvang een bepaald bedrag gestort en vervolgens een periodieke premie. Bij een periodieke premie bestaat de mogelijkheid premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid mee te verzekeren. Op het moment dat de verzekeringnemer arbeidsongeschikt wordt, neemt de verzekeraar de premiebetaling over. De verzekeringnemer hoeft geen premie te betalen totdat hij weer arbeidsgeschikt is. Rechten en plichtenKenmerk van de levensverzekering is, dat het een eenzijdige overeenkomst is. Dit komt tot uiting in de rechten en plichten van de verzekeraar en verzekeringnemer. Rechten verzekeraar:
Plichten verzekeraar:
Rechten verzekeringnemer:
Plichten verzekeringnemer:
Uitkering bij zelfmoord?
Nederlandse levensverzekeraarsNederlandse levensverzekeraars zijn onder andere (met aandeel in premie in 2007[1]):
(Voor het marktaandeel bij zorg- en schadeverzekeringen, zie de desbetreffende artikelen, voor een totaaloverzicht zie verzekeringsmaatschappij). Actuariële berekeningenBij levensverzekeringen (waaronder pensioenen en lijfrenten) spelen actuariële berekeningen een belangrijke rol. De actuariële waarde van een levensverzekering met spaarelement hangt af van het rendement op het kapitaal op zich, en van de kansverdeling van de datum van overlijden. Zo kan bijvoorbeeld bij een onzekere toekomstige uitkering het bedrag van de uitkering plus de bijbehorende kosten[2], verminderd met de daarbij in rekening te brengen kosten, vermenigvuldigd worden met de kans dat de uitkering plaatsvindt. Van dit bedrag wordt op basis van een rekenrente de contante waarde bepaald. Dit is de verwachtingswaarde van de betreffende verplichting (waar nog bij komen de administratiekosten die niet specifiek betrekking hebben op het doen van de uitkering, verminderd met de apart daarvoor nog in rekening te brengen kosten). Als er meerdere termijnen van uitkering (kunnen) zijn, worden deze verwachtingswaarden gesommeerd. Dit soort berekeningen kunnen aan de orde zijn voor de bevolking als geheel of voor deelgroepen, en in principe voor individuen, waarbij bijvoorbeeld adverse selectie een rol kan spelen. Kansrekening en statistiek spelen dus een belangrijke rol. Zie ook actuaris. GeslachtOmdat vrouwen gemiddeld langer leven dan mannen is vaak is bij een overlijdensrisicoverzekering de premie voor een vrouw lager en bij een lijfrente de premie voor een man lager. Het arrest Belgische Verbruikersunie Test-Aankoop (EU Gender Directive) bepaalt dat vanaf 21 december 2012 het gebruik van sekse als een factor bij de berekening van premies en uitkeringen in het kader van verzekeringsdiensten en aanverwante financiële diensten niet mag resulteren in verschillen in de premies en uitkeringen van individuele personen.[3][4] Men spreekt van de uniseks-regel, met uniseks-premies en -uitkeringen. De regel geldt alleen voor nieuwe contracten, inclusief wijzigingen die de instemming van de partijen vergen. Bij pensioen gelden andere regels: ingevolge artikel 9, eerste lid, onder h, van de Richtlijn 2006/54/EG[5] is onderscheid toegestaan. Gevolgen:
In principe kan dit leiden tot adverse selectie, waardoor bijvoorbeeld vooral vrouwen een lijfrenteverzekering afsluiten. Dit kan reden zijn voor de verzekeraar om de premie meer op de levensverwachting van vrouwen af te stemmen, waardoor het contract nog onaantrekkelijker wordt voor mannen.[6] Bronnen, noten en/of referenties
|
Portal di Ensiklopedia Dunia