Beulen werd in 1982[3] beëdigd als tweede luitenant bij de Luchtdoelartillerie en geplaatst als pelotonscommandant bij 12 Pantserluchtdoelartillerie-batterij in Nunspeet. Hij vervulde vervolgens tot 1991 diverse commandanten- en staffuncties bij 15 Afdeling Pantserluchtdoelartillerie in 't Harde. Van 1991 tot 1993 volgde hij de cursus stafdienst en de hogere militaire vorming op het Instituut Defensie Leergangen. Vervolgens werd majoor Beulen geplaatst bij de staf 1 Legerkorps als hoofd bureau operaties van de sectie G3. Hier werkte hij vooral aan grote legerkorpsoefeningen, de voorbereiding van eenheden voor uitzendingen en aan de samenvoeging van het Nederlandse en Duitse Legerkorps.
Vanaf 1995 werkte majoor Beulen bij de Defensiestaf als hoofdofficier toegevoegd van de Plaatsvervangend chef Defensiestaf. In 1997 volgde hij de General Staff Course aan het United States Army Command and General Staff College in Leavenworth, Kansas (VS). In 1998 keerde luitenant-kolonel Beulen terug naar Nederland, waar hij docent werd op het Instituut Defensie Leergangen en voorzitter van de NAVO-werkgroep Allied Joint Publication 3 (Operations). In 1999 werd luitenant-kolonel Beulen commandant van 25 Afdeling Pantserluchtdoelartillerie. In 2000 ging hij naar staf 1 Divisie als hoofd sectie G3. Van daaruit werd hij in 2002 uitgezonden naar Bosnië Herzegovina in het voormalig Joegoslavië in de functie van Military Assistant to the Commander Multi National Division (MND) South-West binnen SFOR.
Na terugkeer in Nederland werd luitenant-kolonel Beulen geplaatst bij de Afdeling Algemeen Beleid van de Landmachtstaf. In 2003 werd hij bevorderd tot kolonel en werd hij deelprojectleider Integrale Plannen van de projectgroep Reorganisatie Defensiestaf. In 2005 werd kolonel Beulen commandant van het Commando Luchtdoelartillerie. Hij geeft leiding aan de samenvoeging van de school en de operationele
eenheden van de Luchtdoelartillerie en de verhuizing van het Commando Luchtdoelartillerie naar De Peel.[4] In december 2007 werd kolonel Beulen hoofd van de afdeling J3 Operaties van de Directie Operaties van de Defensiestaf.
In oktober 2009 werd hij bevorderd tot brigade-generaal en geplaatst bij het NATO Forces hoofdkwartier in Heidelberg als Director Joint Coördination Centre.[5] In deze functie werd hij een jaar uitgezonden als Hoofd J3 van het Hoofdkwartier ISAF in Kabul, Afghanistan.[6]
In mei 2012 keerde Beulen terug naar de Defensiestaf als Directeur Operaties, onder gelijktijdige bevordering tot generaal-majoor.[7]
In oktober 2014 werd generaal-majoor Beulen plaatsvervangend commandant van 1 (GE/NL) Corps in Münster, Duitsland.
Op 24 maart 2016 werd hij commandant Landstrijdkrachten in de rang van luitenant-generaal.[8][9]
Leo Beulen ging op 28 augustus 2019 met leeftijdsontslag.[10]
Onderscheidingen
In 2019 ontving Beulen Frankrijks hoogste onderscheiding, officier in het Légion d'honneur voor zijn bijzondere inspanningen voor de Frans-Nederlandse samenwerking.[11]
↑Tot 1973 werden cadetten bestemd voor het wapen der artillerie aan de KMA in een “all-round” artillerieopleiding zowel voor functies bij het Korps Veldartillerie als voor functies bij het Korps Luchtdoelartillerie opgeleid. Omdat de nadruk daarbij sterk op de velartillerie lag, was voor functies bij de luchtdoelartillerie een bijscholing nodig. Vanaf 1973 werden de cadetten bestemd voor de verschillende korpsen gescheiden opgeleid.[2]
↑Officieren van “promotie 1982” ontvingen het cijfer XXX in 2012 en het cijfer XXXV in 2017 De onderscheidingstekens voor langdurige dienst worden in het algemeen in december uitgereikt
↑De Zware Militaire Vaardigheidsproeven waren fysieke vaardigheidsproeven bij het Nederlandse leger die vanaf 1965 een voortzetting waren van de Nationale Militaire Vijfkamp. Vanaf 1976 werd er een vaardigheidsembleem voor ingesteld, de bronskleurige ZMV-draagspeld.[13][14] De ZMV-proeven bestonden uit: 8 km veldloop (zonder hindernissen), zwemmen (met hindernissen), schieten (geweer of pistool), hindernisbaan en handgranaat-werpen.[15]
Voor iedere proef moest aan de minimale eisen worden voldaan, en daarnaast moest een minimaal puntentotaal behaald worden, dat hoger was dan alle minimum scores opgeteld.
In 2005 gingen de Stichting Sportonderscheidingen en Defensie een hernieuwde samenwerking aan, op basis waarvan het Nationale Vijfkampkruis NOC*NSF onder de naam Militaire Vijfkamp wordt verleend voor het behalen van de door Defensie georganiseerde voormalige zware militaire vaardigheidsproeven (ZMV), waarna de ZMV werd uitgefaseerd.[15]
Bij het voldoen aan de eisen ontvangt men een oorkonde, die recht geeft op het dragen van de draagspeld. Deze bronskleurige ZMV-draagspeld bestaat uit een insigne met een monogram van karmozijnrood geëmailleerde letters ‘ZMV’ geplaatst op twee gekruiste zwaarden op een bladerkrans.[16]
Op de ZMV-draagspeld wordt de tweede t/m negende maal dat de proeven succesvol zijn afgelegd weergegeven middels cijfers 2 t/m 9. Slaagt men voor de 10e maal, dan geeft dit recht op het dragen van een zilverkleurig kroontje op het insigne. Daarbij kan het cijfer 1 t/m 9 worden aangebracht voor de 11e t/m 19e maal. 11x dus het kroontje in combinatie met een ‘1’, 13x dus het kroontje in combinatie met een ‘3’, etc.[17]
↑De Militaire Lichamelijke Vaardigheidsproeven (MLV) zijn fysieke vaardigheidsproeven bij het Nederlandse leger.
De vaardigheidsproeven bestonden oorspronkelijk uit:
Sprint over 100 meter binnen 16 seconden.
Tempoloop over 1000 (overall en hoge schoenen)
Duurloop over 5000 meter (sporttenue met sportschoenen) binnen 24 minuten
verspringen
Touwklimmen, 7 meter (overall en hoge schoenen)
De afnameperiode bedraagt maximaal 30 aaneengesloten kalenderdagen. Tussen het met goed gevolg afleggen van de MLV-proeven en het opnieuw afleggen moet een periode van ten minste 6 maanden in acht te worden genomen. De MLV-proeven worden, onder verantwoordelijkheid van de C-LO&Sportgroep van de kazerne, afgenomen door LO&Sportpersoneel. Er gelden verschillende eisen voor mannelijke en vrouwelijke militairen en voor de verschillende leeftijdsgroepen.
Tempoloop over 1000 meter (GVT-1 (jas basis + broek basis c.q. overall met helm), sokken en laarzen GVT) met dummy-wapen)
Duurloop over 5000 meter (sporttenue met sportschoenen),
Catcrawl over touw 10, 15, 20 of 23 meter, vanuit apenhang (GVT-1 zonder helm)
Hindernisbaan, standaard of internationaal (GVT-1 zonder helm)
Ver- of juistheidswerpen, met werpgewichten (heren 550 gram, dames 350 gram) ( GVT-1 zonder helm)
Touwklimmen, 3 tot 7½ meter ( GVT-1 zonder helm)
Zwemmen over 200 meter (zwemtenue) (facultatief)
[19][20]
Bij het voldoen aan de eisen ontvangt men een oorkonde, die recht geeft op het dragen van de draagspeld. De bronskleurige MLV-draagspeld werd op 15 November 1950 vastgesteld bij Ministeriële Beschikking[21] Ze bestaat uit een insigne met monogram van de letters ‘MLV’ geplaatst op twee gekruiste zwaarden op een bladerkrans. Als de facultatieve zwemproef (tot de jaren ’90 de GMZ proeven) succesvol zijn afgelegd Is het monogram van de letters MLV licht-nassaublauw geëmailleerd.[16]
Op de MLV-draagspeld wordt de tweede t/m negende maal dat de proeven succesvol zijn afgelegd weergegeven middels cijfers 2 t/m 9. Slaagt men voor de 10e maal, dan geeft dit recht op het dragen van een goudkleurig kroontje op het insigne. Daarbij kan het cijfer 1 t/m 9 worden aangebracht voor de 11e t/m 19e maal. Slaagt men voor de 20e, 30e, 40e, of 50e maal dan wordt dat weergegeven door de romeinse cijfers XX, XXX, XL en L op het insigne. Waarbij weer kan het cijfer 1 t/m 9 kan worden aangebracht voor de 21e t/m 29e, 31e t/m 39e etc. maal: bij 11x is dus het kroontje in combinatie met een ‘1’, bij 23x dus ‘XX’ in combinatie met een ‘3’, etc.[17]
↑De vaardigheidsproeven Geoefend Militair Zwemmer (GMZ) zijn fysieke vaardigheidsproeven bij het Nederlandse leger. De GMZ-proef wordt afgenomen door het LO/Sportpersoneel. De proef dient in principe op 1 dag te worden afgelegd, maar in ieder geval binnen 1 maand, waarbij de aangegeven volgorde zoveel mogelijk gevolgd wordt.
Proeven
Alle proeven worden afgelegd in zwemtenue met overall.
zwemmen met borstslag en rugslag: 100m borstslag, onmiddellijk gevolgd door 50m rugslag;
onder water zwemmen: 15m onder water zwemmen;
bordjes opduiken: met hurksprong te water gaan en vervolgens 2 bordjes/ringen opduiken;
geweerzwemmen; 50 m zwemmen met (dummy) geweer;
reddend zwemmen; met hurksprong te water gaan en vervolgens een "drenkeling" vervoeren over een afstand van 10 m.
Een deelnemer is geslaagd, indien hij bij het afleggen van de proef GMZ bij de eerste poging voldoet aan de daartoe gestelde uitvoeringsbepalingen m.u.v. het bordjes opduiken, waarvoor 1 herkansing kan worden toegestaan.[23] Bij het voldoen aan de eisen ontvangt men een oorkonde.