Le Bailly (ook: Le Bailly de Tilleghem en: Le Bailly de Maerlop) is een oud-adellijk Belgisch geslacht.
Geschiedenis
De stamreeks begint met Jean Le Bailly, ontvanger van de stad Antwerpen die in 1397 voor het eerst wordt vermeld. In 1605 werd Renon le Bailli, raadsheer in de Provinciale Justitieraad van Artesië te Atrecht, benoemd tot raadsheer en rekwestmeester in de Grote Raad van Mechelen; dit ambt verhief indien nodig tot erfelijk adeldom. In 1774 werd Charles le Bailly (1722-1807) verheven tot baron, in 1789 tot burggraaf van Maerlop; deze tak stierf in 1844 uit met diens zoon Charles le Bailly de Maerlop (1768-1844) die in 1816 in de Ridderschap was benoemd met de titel van burggraaf, overgaand bij recht van eerstgeboorte. In 1816 werd Renon le Bailly de Tilleghem (1757-1824) benoemd in de Ridderschap met de titel van baron overgaand op alle afstammelingen; hij was in 1813 al benoemd tot baron van het (Franse) keizerrijk. Een kleinzoon van de laatste verkreeg in 1850 de titel van burggraaf, eveneens overgaand bij recht van eerstgeboorte; aan een broer van hem werd op dezelfde wijze deze titel verleend in 1856.
Het geslacht was van 1718, na huwelijk met de vrouwe van Tillegem, tot 1877 eigenaar van Kasteel Tillegem.
Anno 2017 waren er nog elf mannelijke telgen in leven, de laatste geboren in 2010.
Wapenbeschrijvingen
1774: D'azur, à trois croissans d'or. Couronne de baron à neuf perles. [Supports:] deux griffons <d'or>.
1789: D'azur, à trois croissans d'or. Couronne de vicomte à neuf perles, entassées trois à trois. [Supports:] deux griffons de même, [d'or].
1813: Ecartelé, au premier d'azur, à trois croissants d'or, au deuxième des barons membres d[u] collège électoral, au troisième contre-écartelé au premier et quatrième de sable, à deux chevrons d'argent, au deuxième et troisième échiqueté de gueules et d'or, au quatrième d'argent, à l'arbre terrassé de sinople, chargé de deux loups passants l'un sur l'autre de sable, lampassés [et] vilenés de gueules, brochant sur le tout, sur le tout d'or, à la fasce chevronnée de gueules, accompagné de trois alérions de sable, deux en chef et une en pointe.
1817: Van lazuur, beladen met drie l[i]ggend'halve manen van goud, geplaatst twee en één. Het schild gedekt met de Nederlandsche baronnenkroon en vastgehouden ter wederzijde door een klimmenden griffioen van goud, getongd en genageld van keel.
1850 en 1856: D'azur, à trois croissants d'or, deux [et] un. L'écu sommé de la couronne de vicomte pour le titulaire, et tenu par deux griffons d'or, langués de gueules.
Enkele telgen
Joseph-Adrien le Bailly (1692-1775), burgemeester van Brugge; trouwde in 1718 met Marie-Charlotte de Schietere de Damhoudere (1696-1727), vrouwe van Tillegem en Marloop
Philippe le Bailly, heer van Tilleghem (1719-1785), schepen en algemeen ontvanger van de stad Brugge