Kweekreactor Kalkar
De kweekreactor Kalkar was een kerncentrale met een natriumgekoelde snelle kweekreactor, die in de jaren zeventig en tachtig van de 20e eeuw in Kalkar in Duitsland gebouwd werd, maar nooit in gebruik genomen is. Later werd er het pretpark "Wunderland Kalkar" gevestigd. Basisgegevens
GeschiedenisMidden jaren zestig werden er afspraken gemaakt op regeringsniveau en de industrie tussen Duitsland (70%), België (15%) en Nederland (15%) voor de bouw van de reactor. In 1972 is besloten een prototype kweekreactor te bouwen. De geschatte totale kosten voor de oprichting van de kerncentrale Kalkar bedroegen ca 1,5 miljard Duitse mark. De bouwwerkzaamheden begonnen in 1973. In de jaren 70 en 80 was het plaatsje Kalkar in het nieuws door de protestmanifestaties die er gehouden werden tegen de kerncentrale. Meer dan 1000 aannemers namen deel in dit project. Vanwege wijzigingen in de politieke toezeggingen, vergunningen en technische voorschriften, werd de bouw behoorlijk vertraagd. Door deze bouwvertraging, inflatie en rente liepen de kosten op van circa 1,7 miljard tot 8 miljard DM. Vanaf 1973 betaalde iedere consument van stroom in Nederland 3% heffing over de elektriciteitsrekening. Deze zogeheten Kalkarheffing was het begin van een brede antikernenergiebeweging in Nederland. Politieke verschillen en de kernramp van Tsjernobyl in 1986 brachten vertraging in het verloop van de vergunningverlening. Het bouwwerk was bouwtechnisch klaar en werd vanaf 1986 in pre-nucleaire staat in bedrijf gehouden. Door het koelmiddel natrium en de benodigde warmte om dit vloeibaar te houden, ontstonden jaarlijks ongeveer 105 miljoen DM aan kosten. De splijtstofelementen lagen klaar om te worden afgehaald in Hanau (Duitsland) en bij Belgonucleaire in Mol (België). TechniekDe centrale zou volgens het zogenaamde broedproces nieuwe splijtstof aanmaken, voornamelijk plutonium-239. Het exploiteren van een dergelijke reactor brengt een risico op proliferatie mee, omdat plutonium-239 behalve voor energie-opwekking ook kan worden gebruikt voor de vervaardiging van kernwapens. Om profijt te kunnen hebben van het broedproces, is opwerking van gebruikte splijtstofelementen noodzakelijk, en hierbij kan het plutonium relatief eenvoudig onttrokken worden. Voor risicovol werd ook de beoogde koeling van de reactorkern door middel van vloeibaar natrium aangezien. Dit is een hoogst reactief metaal dat spontaan tot ontbranding komt bij contact met zuurstof. Een eventuele brand in het natriumcircuit had volgens bepaalde deskundigen vrijwel niet geblust kunnen worden en zou mogelijk tot een ramp hebben kunnen voeren van de orde van de kernramp van Tsjernobyl op 26 april 1986.
BeëindigingSedert 1985 weigerde de deelstaat Noordrijn-Westfalen de drie laatste deelvergunningen af te leveren.[1] Deze jarenlang aanslepende situatie bracht de financiering van het hele project in het gedrang. Eén en ander vond ook plaats in een context van aanhoudend protest gericht op de veiligheid van dit type reactor. Er waren in de voorafgaande jaren meerdere massale betogingen in de omgeving van de centrale en in de binnenstad van Kalkar. Aan deze protesten was ook door veel bezorgde Nederlanders deelgenomen. De bekendste klager uit de directe omgeving was boer Josef Maas die op ongeveer vijfhonderd meter afstand van het bouwproject zijn boerderij had. In maart 1991 kondigde de Duitse regering aan het project te beëindigen. Op 21 maart 1991 werd door minister Heinz Riesenhuber de definitieve stillegging bekendgemaakt. SchadeclaimsDe eenzijdige Duitse beslissing werd door België noodgedwongen aanvaard. Wel eiste het land terugbetaling van de gemaakte investering (10 miljard Belgische frank, naast de kosten voor aankoop van plutonium en fabricage van de eerste reactorkern). Duitsland wees elke aansprakelijkheid af en zag zich daarin gesteund door Nederland. Uiteindelijk ontving België geen enkele vorm van geldelijke schadevergoeding, maar wel enige compensatie in natura (onder de vorm van bestellingen). Ook aanvaardde Duitsland om het aangekochte plutonium en het radioactief afval op eigen kosten te beheren. Tot een rechtszaak heeft de afwikkeling nooit geleid. De gemeente Kalkar ontving van de bondsregering ongeveer 60 miljoen Euro, die als project "Kalkar 2000" gebruikt werden voor herontwikkeling, alternatieve bedrijvigheid en uitbouw van infrastructuur. Nieuwe bestemming Zie Wunderland Kalkar voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Het complex werd in 1995 voor 2,5 miljoen euro verkocht aan de Nederlandse ondernemer Hennie van der Most, die de overbodige metalen onderdelen er uit liet slopen en er een pretpark in vestigde. Het vrijetijdcentrum met hotels en familiepark heette aanvankelijk 'Kernwasser Wunderland' en werd in 2005 omgedoopt in 'Wunderland Kalkar'. Van der Most verkocht het evenementenpark in 2022 aan de Nederlandse holding die ook eigenaar is van 'DeFabrique'. De kweekreactor in de populaire cultuur
Zie ookExterne links
Zie de categorie Kweekreactor Kalkar van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Bronnen
|