Keppel Gate

Keppel Gate ligt langs het oostelijk deel van het circuit halverwege tussen Ramsey en Douglas

Keppel Gate (vroeger: "Kippal's Gate" en "Clarke's Corner") is een voormalige schaapspoort langs de A18 Mountain Road van Ramsey naar Douglas op het eiland Man.

Naamgeving

Keppel Gate

Het woord "Keppel" of "Kippal" stamt waarschijnlijk van het Scandinavische woord "Kappafjall" (Berg van de Kampioen of Berg van de Held). De naam heeft waarschijnlijk betrekking op de nabijgelegen heuvels Slieau Meayll of Slieau Ree. Kanunnik Ernest Stenning[1] dacht dat de naam "gate" helemaal niets met een poort te maken had, maar dat het een verbastering was van het Scandinavische kapl gata of kapalla gatta, dat "weg naar de top" of "paardenweg" betekende. Hij twijfelde zelf echter en ook hij kwam met de uitleg van Berg van de kampioen of Berg van de Held. Er was nu eenmaal een poort (gate) die aan de cottage "The Keppel" gebouwd was.

Clarke's Corner

De naam Clarke's Corner werd een tijdje gebruikt nadat motorcoureur Ronald Clarke hier in 1920 tijdens de Lightweight TT viel. Op zichzelf was dat niet bijzonder, maar Clarke leverde die dag een opmerkelijke prestatie. Hij startte met een 211 cc Levis in de 350 cc Junior TT. De 250 cc Lightweight TT bestond nog niet, dus de lichte machines moesten in de 350 cc klasse meerijden. Clarke had bij Windy Corner al een lekke band gekregen, maar was bezig de race te winnen. Na zijn val bij Keppel Gate werd hij alsnog vierde in de race, en winnaar van de 250 cc klasse. De naam raakte waarschijnlijk in onbruik nadat de schaapspoort bij "the Keppel" in 1922 naar deze bocht werd verplaatst.

Race Marshal Shelter bij Keppel Gate. De paal op de voorgrond draagt het opschrift "Gate pillar from Keppel Gate"

Locatie

De A18 werd halverwege de 19e eeuw aangelegd. Daarvoor moesten een aantal schaapspoorten worden gebouwd, zoals het "East Mountain Gate", het "Beinn-y-Phott Gate" en Keppel Gate. Foto's uit de jaren twintig en-dertig tonen schaapspoorten bij Kate's Cottage en Keppel Gate. Toen er een onderkomen ("shelter") voor de TT-marshals gebouwd moest worden, werd een paal van de originele poort in het ontwerp opgenomen.

Keppel Gate is in 1922 verplaatst. Foto's uit 1910 tonen de schaapspoort vast aan de cottage "The Keppel". Daar was een natuurlijke versmalling omdat het huis tegenover een hoog talud lag. In 1911 klaagde "Mr. MacLaren of Kepple Gate" bij de Isle of Man Highway Board dat passanten zijn poort open lieten staan. Dit was een enkele, metalen poort, die open bleef staan door er een steen voor te leggen. In 1922 werd de poort verplaatst naar zijn huidige locatie, maar toen werd het een dubbele poort met een staander in het midden van de weg. In 1934 was de omheining van de landerijen rond de A18 voltooid en konden de schaapspoorten worden verwijderd, tot genoegen van de weggebruikers en tot verdriet van de jeugd, die zich daar vaak verzamelde om wat geld te verdienen met het openen van de poort voor passerend verkeer.[2]

Isle of Man TT en Manx Grand Prix

De A18 maakt over zijn volledige lengte deel uit van de Snaefell Mountain Course, het circuit waarop de Isle of Man TT en de Manx Grand Prix worden verreden. Keppel Gate ligt tegenwoordig tussen de 33e en de 34e mijlpaal van het circuit nabij de civil parish Onchan. Keppel Gate maakte ook al deel uit van de Highroads Course en de Four Inch Course, waarop tussen 1904 en 1911 de Gordon Bennett Trial en de Tourist Trophy voor auto's werden verreden.

Circuitverloop

Vanaf Thirty-Third krijgen de coureurs voor Keppel Gate eerst een snelle bocht naar rechts en een kort recht stukje dat ze kunnen gebruiken om te remmen voor de veel scherpere linker bocht bij de oorspronkelijke poort. In de jaren dertig was het nog een tweede versnellingsbocht en het wegdek was erg slecht. In 1923 moest men er kennelijk nog aan wennen dat de staander van de nieuwe, dubbele poort bij de races in de weg stond, want toen de trainingen begonnen werd hij door een aantal coureurs afgeleverd bij het kantoor van de Highway Board. De weg was vaak erg slecht bij Keppel Gate. Zelfs in de jaren vijftig klaagden coureurs over "vreselijke golvingen tussen Keppel Gate en Kate's Cottage". Later werden vooral de wegmarkeringen lastig voor de rijders. De Highway Board deed er veel aan om de wegen voor het normale verkeer veilig te maken. Vooral de A18 was berucht om de snel opkomende en zeer dichte mist en daarom werden in de loop der jaren vaak extra lijnen, soms in het midden, soms langs de kant, aangebracht als geleiding. Voor de coureurs was het vervelend omdat ze gewend waren dat die lijnen gladder waren dan het asfalt. Zelfs oud-coureur en highways engineer Steve Woodward kon Joey Dunlop niet overtuigen toen hij hem uitlegde dat de verf zelfs nog stroever was dan asfalt. Toen Joey tijdens de trainingen in 1995 bijna viel over een lijn bij Veranda haalde hij de Highway Board over om nog vóór de races strepen weg te frezen. Opmerkelijk genoeg zijn er nooit problemen geweest over de ondergrondse waterstromen bij Keppel Gate, die altijd voor enigszins vochtige plekken zorgen. Ze liggen kennelijk niet op een gevaarlijke plaats. Als de coureurs Keppel Gate verlaten valt de weg plotseling stijl naar beneden richting Kate's Cottage. Tegenwoordig maken de motorfietsen hier zelfs een kleine wheelie, ondanks de flauwe linker bocht hier.

Helikopter

Net als de meeste delen van de Mountain Section was Keppel Gate in het verleden moeilijk te bereiken voor hulpverleners als er een ongeluk gebeurde. Tijdens de training voor de Junior TT van 1920 viel Bert Haddock bij Keppel Gate (toen nog vastgebouwd aan "the Keppel"). Marshals moesten eerst naar het Keppel Hotel om naar Douglas te bellen en een arts te waarschuwen. Die moest vervolgens tegen de aanstormende coureurs in zijn weg richting the Keppel zien te vinden. Hij onderzocht Haddock en vond het nodig dat er een ambulance kwam. Opnieuw vanuit het hotel werd er naar Nobles Hospital in Douglas gebeld, waarna de door paarden getrokken ambulance zich ("at breackneck speed") naar het ongeluk haastte. De dieren moesten niet alleen ongeveer 7 kilometer afleggen, maar moesten ook van zeeniveau naar 320 meter klimmen. In de jaren erna gebeurden dergelijke dingen vaker, maar toen er in 1963 reddingshelikopters kwamen konden ongevalsplaatsen veel sneller en makkelijker bereikt worden. Tegenwoordig zijn er tijdens trainingen en races twee reddingshelikopters beschikbaar, waarvan er één gestationeerd is bij Keppel Gate. De tweede staat bij Alpine Cottage. Als de helikopters door het weer niet kunnen vliegen wordt er niet gereden.

Voorvallen bij Keppel Gate

  • 1950: De Engelsman Thomas A. Westfield was de 30e rijder die omkwam op de Mountain Course. Hij viel op 30 mei bij Keppel Gate met zijn Triumph 500 tijdens de training van de Senior TT.
  • 2009: Een deel van het talud aan de zuidkant bij Keppel Gate werd verwijderd om een uitloopstrook te maken na een crash van Cameron Donald in de trainingen. Cameron Donald kon niet in de wedstrijd starten vanwege een schouderluxatie. Tussen de races door kreeg de marshal John McBride een ongeluk op dezelfde plaats, waardoor hij een aantal verwondingen opliep.
  • 2016: Op 10 juni overleed Andrew Soar aan de gevolgen van zijn val tijdens de Senior TT met een Suzuki GSX-R 1000 bij Keppel Gate.