Kabinet-Rhuggenaath
Het kabinet stond onder leiding van minister-president Eugene Rhuggenaath en werd beëdigd op 29 mei 2017[1] door de gouverneur van Curaçao, als opvolger van het kabinet-Pisas I. De totstandkoming van het kabinet heeft 1 maand geduurd. Op 18 maart 2021, een dag vooraf aan de statenverkiezingen, diende het kabinet haar ontslag in en werd hiermee het eerste Curaçaose kabinet sinds 10 oktober 2010 dat een volledige termijn heeft uitgezeten.[2] In de loop van haar termijn zag het kabinet zich geconfronteerd met verschillende crises: de vluchtelingenstroom uit Venezuela, de dreigende sluiting van de olieraffinaderij en de coronapandemie. Steven MartinaOp 21 februari 2019 werd bekend dat Steven Martina opstapte als minister van Economische Ontwikkeling. Hij deed dit omdat het OM een onderzoek gestart was naar zijn zakelijke belangen. Martina zou persoonlijk profijt kunnen hebben gehad van een beslissing over het aanpassen van de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering voor auto's. Hij was namelijk voormalig bestuursvoorzitter en thans nog aandeelhouder van een verzekeringsmaatschappij. Martina ontkende dat hij strafbaar had gehandeld, maar stapte toch op om het onderzoek niet in de weg te zitten.[3] Nadat het OM in mei overging tot het voorwaardelijk seponeren van de aangifte op grond van de Landsverordening integriteit (kandidaat-)ministers, ging de indiener van de aangifte, oppositiepartij KdNT, in bezwaar tegen het besluit tot niet-vervolging. Tot aan de beëdiging op 27 augustus 2019 van Giselle Mc William werd de ministerspost waargenomen door Kenneth Gijsbertha.[4][5] Na een eerder genomen OM-besluit om hem niet te vervolgen keerde Martina op 22 mei 2020 terug als minister.[6] Overzicht verdeling ministersposten
Gevolmachtigd ministers
Bronnen, noten en/of referenties
|
Portal di Ensiklopedia Dunia