Witterwulghe schilderde incidenteel landschappen, als beeldhouwer maakte hij bustes, grafmonumenten, portretten en standbeelden,[1] met een voorkeur voor figuren en taferelen uit het dagelijks leven. Hij liet zich in zijn latere stijl inspireren door Antoine Bourdelle, Eugène Carrière en Auguste Rodin.[4] Hij exposeerde onder meer op de driejaarlijkse tentoonstellingen in Antwerpen (1904, 1911, 1923, 1930) en had in 1924 een solotentoonstelling in Brussel. In 1949 exposeerden Joseph en Georges Witterwulghe in Vorst.[5]
De beeldhouwer overleed kort na zijn 84e verjaardag
1930 buste van Pierre Carsoel (1857-1928) in het Montjoiepark in Ukkel. De tien meter lange architecturale omlijsting werd ontworpen door architect Gaston Deru.
1930 bronzen medaille ter gelegenheid van het eeuwfeest van de nationale onafhankelijkheid.
1934 gedenkpenning Oostende - inwijding der visschershaven, met aan keerzijde het wapen van Oostende en aan de voorzijde het portret van koning Leopold III.
1939 gedenkpenning ter gelegenheid van de overhandiging van het erevaandel (fanion) aan het 11e Linieregiment.
medaille Pro Arte Provincia Brabantiae.
medaille prijskamp voor sierduiven.
plaquette 5oe verjaardag van de Centrale der Metaalbewerkers van België, Federatie van Brabant.
penning Heb vertrouwen voor het Nationaal Belgisch werk tot bestrijding der tuberculose.
Fotogalerij
Georges Eekhoud (1930), Schaarbeek
Pierre Carsoel (1936), Ukkel
Jules Hiernaux (ca. 1945), Charleroi
René Gobert (ca. 1945), Ukkel
Vliegermonument (1951), Koksijde
Bronnen, noten en/of referenties
↑ abcPaul Piron (2016) De Belgische beeldende kunstenaars van de 19e tot de 21e eeuw. Brussel: Ludion. ISBN 9789491819643. p. 2450.
↑Johan Winkler noemt Wtterwulghe naast onder andere Wttewaal, Wtenweerde en Van Wttberghe, als namen die beginnen met Wt, de oude schrijfwijze van uit. Hij schrijft: "Velen weten niet wat zy daar van maken zullen. Zy denken dan dat het eene schrijffout is, dat er eene letter, b. v. eene i uitgevallen is, tusschen de w en de t weg, en spreken Wttewaal dan als Wittewaal uit. Deze uitspraak kan men dikwijls van oningewyden hooren. En deze geheel verkeerde uitspraak is zelfs wel in de schrijftaal overgegaan. Nevens Wtterwulghe en Utterwulghe is er ook een tak van dit aloude zuidnederlandsclie geslacht, dat zynen naam als Witterwulghe schrijft." Zie De Nederlandsche geslachtsnamen in oorsprong, geschiedenis en beteekenis (1885), p. 257-258.