Johan Filip Koenraad SchwaebeJohan Filip Koenraad Schwaebe (Rotterdam, 18 september 1806 - aldaar, 20 januari 1885) was een Rotterdamse uitgever, drukker en schrijver. Schwaebe, zoon van Hendrik Schwaebe en Henderina van der Velden, was een boekhandelaar en had enige tijd een uitgeverij op de Oppert 116 te Rotterdam. Zijn kleine fonds omvatte voornamelijk poëziebundeltjes, twee romans en een aantal herdrukken van bestsellers uit de traditie van de Nadere Reformatie. De combinatie van triviaalliteratuur en stichtelijke werken doet vermoeden dat Schwaebe's uitgeefactiviteit voornamelijk gemotiveerd werd door commerciële motieven. Rond 1860 staakte Schwaebe zijn weinige uitgeverijwerkzaamheden en concentreerde zich op de verkoop van boeken, onder andere via veilingen. In 1845 scheef hij onder het pseudoniem Satan het boek "Raadgevingen van Satan aan de door de Heeren Michelet en Quinet in het naauw gebragte Jesuiten"[1]. In de Universiteitsbibliotheek Leiden bevinden zich een vijftal brieven uit 1856 en één uit 1871 van Schwaebe aan Albertus Willem Sijthoff (1829-1913) van de uitgeversmaatschappij Leiden. Tevens bevinden zich hier drie brieven van de erven van F. Bohn uit Haarlem aan Schwaebe. Schwaebe schreef meerdere brieven aan de bekende uitgever Arie Cornelis Kruseman over o.a. het kopijrecht van de vertaling van "Dombey en zoon", een van de werken van Charles Dickens en over het kopijrecht op enige werken van Bilderdijk. Deze brieven bevinden zich in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Eigen werk
Fondslijst van Johan Filip Koenraad Schwaebe
Bronnen, noten en/of referenties
|
Portal di Ensiklopedia Dunia