Jesse GoossensDe opmaak van dit artikel is nog niet in overeenstemming met de conventies van Wikipedia. Mogelijk is ook de spelling of het taalgebruik niet in orde. Men wordt uitgenodigd deze pagina aan te passen.
Opgegeven reden: Dit artikel is geschreven door iemand die dichtbij het onderwerp staat. Hierdoor is het artikel niet neutraal. In essentie is het een parafrase van haar eigen website. Jesse Goossens (Hilversum, 24 september 1969) is een Nederlandse schrijfster, vertaler, redacteur en uitgever van Lemniscaat (uitgeverij). Goossens schrijft (non-)fictie boeken voor kinderen en volwassenen. Ze werkt regelmatig samen met illustratoren, zoals Linde Faas en Gouden Penseel-winnares Marije Tolman. Studie en werkNa het vwo startte Goossens met de opleiding Nederlands in Utrecht. Tijdens haar studie werkte ze voor Em. Querido's Uitgeverij. Toen Goossens bijna klaar was met haar opleiding, besloot ze haar studie te vervolgen met een Master aan de Universiteit van Amsterdam. Ze had haar passie voor het schrijven ontdekt en in Amsterdam hoopte ze op betere schrijflessen. Toen Goossens voor haar eerste opdracht aan de universiteit een artikel moest schrijven, raadde haar professor Rudolf Geel haar aan het stuk naar de krant te sturen. Niet veel later verscheen haar artikel in de Volkskrant. Goossens studeerde af op Louis Couperus. Het plan was dat ze zou promoveren op Hella Haasse, maar vanwege een meningsverschil met haar hoogleraar stopte ze daarmee. Op haar 28e nam Goossens ontslag bij Querido en deed ze allerlei verschillende dingen. Ze werkte als presentator en cultureel verslaggever bij verschillende radiozenders, zong en acteerde in Theater Tuschinski, was hoofdredacteur van de dagkrant van het Oeralfestival en fotografeerde op premières. Ondertussen bleef ze schrijven. In 2004 werd Goossens door uitgeverij Lemniscaat gevraagd of ze een theatergeschiedenis wilde schrijven, hier ging ze mee akkoord. In diezelfde periode vertrok een non-fictieredacteur, waardoor Goossens gevraagd werd in te springen. Sindsdien is ze blijven werken voor Lemniscaat.[1][2] ReceptieHet werk van Jesse Goossens wordt over het algemeen goed ontvangen, zo krijgen haar boeken veelal vier of vijf sterren op Hebban en ook krantenrecensies zijn overwegend positief. Opvallend aan de krantenrecensies is dat de meeste aandacht vaak gaat naar de illustratoren waar Goossens mee samenwerkt. Bijvoorbeeld bij de recensies over Springende pinguïns & lachende hyena's (2013)[3] en Noord (2021)[4] in het NRC Handelsblad. Goossens wordt in beide recensies aan het begin genoemd, met een vluchtige opmerking over haar schrijfstijl, waarna de aandacht al gauw verschuift naar de illustrator inclusief uitgebreide analyses van de illustraties en lovende opmerkingen. Hoewel Goossens betrokken is geweest bij veel bejubelde boeken, blijft haar bijdrage vaak onderbelicht.[bron?] BibliografieBoeken
Vertalingen (selectie)
Prentenboeken om te zingenLemniscaat geeft 'prentenboeken om te zingen' uit, in deze prentenboeken verbeeldt ieder plaatje een kinderliedje. Goossens zingt deze liedjes regelmatig in. Vroeger zat er een cd bij de boeken, tegenwoordig zijn de liedjes gratis te beluisteren op Spotify, YouTube en andere kanalen.
Externe linkBronnen, noten en/of referenties
|
Portal di Ensiklopedia Dunia