Jean Van den Kerckhove
Jean François (Jean) Van den Kerckhove (Antwerpen, 14 september 1815 – Sint-Joost-ten-Node, 29 november 1885) was een Belgisch beeldhouwer.[1][2] Leven en werkJean Van den Kerckhove[3] was een zoon van meubelmaker Joseph François Van den Kerckhove en naaister Elizabeth Boormans.[4] Hij en zijn broers Louis, Auguste en Léonard kozen allen voor het beeldhouwersvak. Van den Kerckhove ging in de leer bij Willem Geefs en werkte vervolgens op het atelier van Karel Geerts in Leuven, waar religieus houtsnijwerk werd vervaardigd.[5] Hij trouwde in 1853 met Catharina De Poel. Uit hun relatie werd Godefroid (1841-1913) geboren, die als beeldhouwer in zijn vaders voetsporen trad. Als zelfstandig beeldhouwer maakte Van den Kerckhove onder meer bustes, allegorische voorstellingen en standbeelden. Jean was verantwoordelijk voor twee ambachtsbeelden op de Kleine Zavel in Brussel, hij maakte een brouwer en een haakbusdrager. Zijn broer Auguste maakte twee en zoon Godefroid drie van de 48 ambachtsbeelden. Van den Kerckhove nam deel aan diverse exposities in binnen- en buitenland. Op de tentoonstelling van Levende Meesters in Den Haag (1839), liet hij zijn buste van Filomena zien,[2], op de Salon van Antwerpen toonde hij in 1861 zijn Allegorie van het geluk[1] en op de Salon van Brussel in 1881 zijn marmeren beeldengroep Hébé. Aan deze laatste tentoonstelling namen ook de familieleden Aline, Antoine, Arthur, Auguste, Godefroid en Hortense deel.[6] Hij won in 1848 een vergulde zilveren medaille op de Brusselse Salon. Jean Van den Kerckhove werd in 1862 door koning Willem III der Nederlanden benoemd tot ridder in de Orde van de Eikenkroon.[7] Hij overleed in 1885, op 70-jarige leeftijd. Enkele werken
Fotogalerij
Bronnen, noten en/of referenties
Zie de categorie Jean Van den Kerckhove van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|
Portal di Ensiklopedia Dunia