In zijn jonge jaren werkte David in Antwerpen als apothekersgast. Daar begeesterde Jan Frans Willems hem met de liefde voor zijn moedertaal. Op zijn negentiende trok hij naar het seminarie van Mechelen voor zijn priesteropleiding. In 1823 werd hij tot priester gewijd in Lier en begon hij als leraar aan het Koninklijk Atheneum van Antwerpen. Niet lang daarna werd hij leraar poësis aan het Klein Seminarie van Mechelen, tot dit in 1825 gesloten werd als gevolg van de onderwijspolitiek van koning Willem I.
Hij publiceerde ook geschiedkundige werken in het Nederlands, onder andere in het tijdschrift De Middelaer, waarvan hij medeoprichter was. Bekendst is zijn omvangrijke De vaderlandsche historie. Hij baseerde zich voornamelijk op al gepubliceerde bronnen omdat archieven in zijn tijd vaak nog ontoegankelijk waren. Zijn geschiedkundige werken zijn naar de tijdsgeest moraliserend en romantisch-nationalistisch.
Publicaties
Grammatica en taalkunde
Nederduitsche spraekkunst, eerste deel, spelling en vormleer, Mechelen, 1833
Nederduitsche spraekkunst, Woordvoeging en prosodie, Mechelen, 1835
De Middelaer of Bydragen ter bevordering van tael, onderwys en letterkunde, Leuven, 1840-'43
Tekstuitgaven
Jacob van Maerlants Rijmbijbel, voorzien van commentaar, 4 delen, 1858-1864
Werken van Jan van Ruusbroec, 5 delen, 1858-1868
De Geestenwareld, gedicht van H. Bilderdijk, uitgegeven met inleidingen aenteekeningen, Leuven, 1842
De Geestenwareld en het waerachtig Goed, Gedicht van Mr. W. Bilderdijk, Uitgegeven met inleiding, analyse en aenteekeningen, Leuven, 1843
De Ziekte der Geleerden in zes zangen, Gedicht van Mr. W. Bilderdijk, uitgegeven met inleiding en aenteekeningen, Leuven, 1848
Vier boeken van de navolging Christi van Thomas a Kempis, Mechelen, 1843 (7e editie, Leuven, 1865)
Dat boec van de twaelf Dogheden. Die Spieghel der ewigher salicheit, Gent, 1858
Dat boec van VII trappen en den graet van gheestelyke mannen. Dat boec van zeven sloten. Dat boec van den rike der ghelieven. Dat boec van de vier becoringen, Gent, 1861
Van de beelden der heiligen en hunne gewone kenmerken, 3e editie, Brugge, 1857
Nederlandsche gedichten met taal- en letterkundige aanteekeningen, in naam en op last van het taal- en letterlievend studentengenootschap Met Tijd en Vlijt, uitgegeven door P. Willems, hoogleraar Leuven, Leuven, 1869
De Vriend der Belgische jeugd, of bloemlezing uit de vaderlandsche historie, Leuven, 1877
Huldebetoon
Na zijn overlijden werden gedenkstenen geplaatst op het kerkhof van de Parkabdij en aan de pastoriemuur van Wilsele (Leuven). In Lier staat een imposant standbeeld van hem. Jan Baptist David is sinds 1999 de naam van de katholieke scholengemeenschap van Lier, waartoe o.m. behoren: het Sint-Gummaruscollege, het Sint-Ursula-lyceum en het VTI behoren.
Literatuur
H. VAN GIJSEL, Voor godsdienst, taal en volk. Het leven van kanunnik Jan-Baptist David, 1968.
A. LENS, Jan-Baptist David, 1975.
LODE WILS, Kanunnik Jan-Baptist David en de Vlaamse Beweging van zijn tijd, 1957.
LODE WILS, Honderd jaar Vlaamse Beweging. Geschiedenis van het Davidsfonds (2 delen), 1977-1984.
PATRICK DE GREEF, 'Ten geleide', in: Geschiedenis van de stad en de heerlijkheid van Mechelen, heruitgave 1985.