Isotopen van zwavel
Het chemisch element zwavel (S), met een atoommassa van 32,065(5) u , bezit 4 stabiele isotopen : 32 S , 33 S , 34 S en 36 S , waarvan de eerste het meest abundant is (ongeveer 95%). De overige 21 radio-isotopen zijn onstabiel en hebben een relatief korte halveringstijd (de meeste minder dan een seconde ). De grote aanwezigheid van de isotoop 32 S wordt verklaard door de vorming uit de stabiele isotoop koolstof-12 en 5 heliumkernen , tijdens het zogenaamde alfaproces dat optreedt in exploderende supernova's .
De kortstlevende isotoop van zwavel is 49 S, met een halfwaardetijd van minder dan 200 nanoseconden . De langstlevende niet-stabiele isotoop is 35 S , met een halfwaardetijd van 87,5 dagen. Deze isotoop, waarvan er op Aarde sporen worden teruggevonden, wordt gevormd uit argon-40 , onder invloed van kosmische straling . De isotoop 38 S is de op een na langstlevende isotoop, met een halveringstijd van ongeveer 170 minuten .
Isotopisch verrijkte sulfaten worden gebruikt als tracer in de hydrologie .
Overzicht
Nuclide
Z (p )
N (n )
Isotopische massa (u)
Halveringstijd
Radioactief verval
VP
Kernspin
Isotopische verhouding (molfractie )
Natuurlijk voorkomen (molfractie)
Excitatie-energie
26 S
16
10
26,02788(32)
10 ms
2p
24 Si
0+
27 S
16
11
27,01883(22)
15,5(15) ms
β+ (98,0%)
27 P
(5/2+ )
β+ , 2p (2,0%)
25 Al
β+ , p (< 0,1%)
26 Si
28 S
16
12
28,00437(17)
125(10) ms
β+ (79,3%)
28 P
0+
β+ , p (20,7%)
27 Si
29 S
16
13
28,99661(5)
187(4) ms
β+ (53,6%)
29 P
5/2+
β+ , p (46,4%)
28 Si
30 S
16
14
29,984903(3)
1,178(5) s
β+
30 P
0+
31 S
16
15
30,9795547(16)
2,572(13) s
β+
31 P
1/2+
32 S
16
16
31,97207100(15)
stabiel
0+
0,9493(31)
0,94454 - 0,95281
33 S
16
17
32,97145876(15)
stabiel
3/2+
0,0076(2)
0,00730 - 0,00793
34 S
16
18
33,96786690(12)
stabiel
0+
0,0429(28)
0,03976 - 0,04734
35 S
16
19
34,96903216(11)
87,51(12) d
β−
35 Cl
3/2+
sporen
36 S
16
20
35,96708076(20)
stabiel
0+
2(1) × 10−4
1,3 × 10−4 - 2,7 × 10−4
37 S
16
21
36,97112557(21)
5,05(2) min
β−
37 Cl
7/2−
38 S
16
22
37,971163(8)
170,3(7) min
β−
38 Cl
0+
39 S
16
23
38,97513(5)
11,5(5) s
β−
39 Cl
(3/2, 5/2, 7/2)−
40 S
16
24
39,97545(15)
8,8(22) s
β−
40 Cl
0+
41 S
16
25
40,97958(13)
1,99(5) s
β− (> 99,9%)
41 Cl
(7/2− )
β− , n (< ,1%)
40 Cl
42 S
16
26
41,98102(13)
1,013(15) s
β− (96%)
42 Cl
0+
β− , n (4%)
41 Cl
43 S
16
27
42,98715(22)
260(15) ms
β− (60%)
43 Cl
3/2−
β− , n (40%)
42 Cl
43m S
319(5) keV
480(50) ns
(7/2− )
44 S
16
28
43,99021(42)
100(1) ms
β− (82%)
44 Cl
0+
β− , n (18%)
43 Cl
45 S
16
29
44,99651(187)
68(2) ms
β− , n (54%)
44 Cl
3/2−
β− (46%)
45 Cl
46 S
16
30
46,00075(75)
50(8) ms
β−
46 Cl
0+
47 S
16
31
47,00859(86)
20 ms [> 200 ns]
β−
47 Cl
3/2−
48 S
16
32
48,01417(97)
10 ms [> 200 ns]
β−
48 Cl
0+
49 S
16
33
49,02362(102)
< 200 ns
n
48 S
3/2−
Overzicht van isotopen per element
Bronnen, noten en/of referenties
(en ) R.B. Firestone, S.Y. Frank Chu & C.M. Baglin (1999) - Table of Isotopes (online versie van de cd-rom)
(en ) G. Audi, A.H. Wapstra, C. Thibault, J. Blachot & O. Bersillon (2003) - The NUBASE evaluation of nuclear and decay properties , Nuclear Physics A , 729 , pp. 3-128
(en ) J.R. de Laeter, J.K. Böhlke, P. De Bièvre, H. Hidaka, H.S. Peiser, K.J.R. Rosman & P.D.P. Taylor (2003) - Atomic weights of the elements. Review 2000 (IUPAC Technical Report) , Pure and Applied Chemistry , 75 (6), pp. 683–800
(en ) M.E. Wieser (2006) - Atomic weights of the elements 2005 (IUPAC Technical Report) , Pure and Applied Chemistry , 78 (11), pp. 2051–2066
(en ) David R. Lide (2004) - CRC Handbook of Chemistry and Physics (85th ed.), hoofdstuk 11, CRC Press - ISBN 978-0849304859